Repost van Het nieuwe rapport van het IPCC | klimaatgek
Gisteren uitgebracht met veel tromgeroffel. Nou ja, de inleidende muziek was al weken hoorbaar in main stream media, die er alles aan doen om het rapport over het voetlicht te brengen. Ik heb het rapport gisteren gedownload, het is maar liefst 3949 pagina’s dik, dus ik hoop dat niemand van me verwacht dat ik er al uitgebreid over schrijf. Maar wat ‘bladeren’ laat zien dat het vergeleken met het vorige rapport AR5 er nog een tandje bijgezet is om het allemaal nog angstaanjagender te maken.
Clintel heeft gisteren een eerste reactie uitgebracht in het Engels. Voor wie dat liever in het Nederlands leest heb ik een vertaling van de Clintel reactie hieronder gezet. Ik ben het volledig met deze eerste reactie van Guus Berkhout en Jim O’Brien eens:
9 augustus 2021
CLINTEL heeft een voorlopige beoordeling uitgevoerd van de vandaag gepubliceerde IPCC Summary for Policymakers (SPM) van het AR6 WGI-rapport (on the Physical Science). Het blijkt dat de SPM, net als in eerdere rapporten, vatbaar is voor overdrijving van gegevens en dus een weinig objectieve basis biedt voor beleidsvorming.
Verrassend genoeg hebben klimaatwetenschappers uit IPCC-kringen vorige week nog toegegeven dat hun nieuwe AR6-generatie van klimaatmodellen “oververhit” en dus te alarmistisch zijn. De bekentenis doet ook vragen rijzen over de betrouwbaarheid van de temperatuurvoorspellingen van de vorige generatie modellen van het IPCC in het AR5-rapport van 2014, waarin een extreem hoog RCP8.5-emissiescenario werd gebruikt, dat vaak ten onrechte wordt aangeprezen als een business-as-usual-case en wordt gebruikt om extreme klimaatmaatregelen te bevorderen.
Uit onafhankelijke waarnemingen was al gebleken dat de CMIP5-modellen te gevoelig waren voor de toename van broeikasgassen, waarschijnlijk met een factor twee. De combinatie van een te hoge klimaatgevoeligheid en te hoge emissieprognoses resulteerde in onwaarschijnlijk hoge temperatuurprognoses. Aangezien de modellen van de nieuwe generatie nog warmer lijken te draaien, maken zij de overeenkomstige scenario’s in het AR6 foutief hoog. IPCC-wetenschappers zelf vragen zich af of hun modellen wel te vertrouwen zijn als beleidsinstrument. “Het is het afgelopen jaar of zo duidelijk geworden dat we niet om deze bekentenis heen kunnen“, vertelde Gavin Schmidt – directeur van NASA’s Goddard Institute for Space Studies – aan het gerenommeerde tijdschrift Science. Schmidt zei ook: “Je eindigt met cijfers voor zelfs de nabije toekomst die waanzinnig eng zijn – en verkeerd.“
De nieuwe scenario’s van een temperatuurstijging tegen 2100 tot 5°C ten opzichte van 1850 zijn niet consistent met de huidige opwarming van ongeveer 0,15°C per decennium, wat een verdere stijging van slechts 1,2°C tegen 2100 impliceert.
De SPM-grafiek van de mondiale temperaturen in de afgelopen 2000 jaar wekt weinig vertrouwen, omdat de Romeinse en Middeleeuwse opwarmingsperioden (met temperaturen die vergelijkbaar of zelfs hoger waren dan nu) en de Kleine IJstijd (met de laagste temperaturen in die twee millennia) niet worden vermeld.
De voorspellingen van het wereldgemiddelde zeeniveau tot 2100 lijken eveneens overdreven. Gegevens van getijdemeters sinds 1900 wijzen op een stijging van 2,1 mm per jaar, terwijl 27 jaar aan satellietgegevens wijzen op 3,3 mm per jaar. Uitgaan van het hoogste cijfer betekent een verdere stijging met slechts 25 cm tegen 2100.
De algemene beweringen in het SPM over de toename van de frequentie en intensiteit van extreme weersomstandigheden lijken niet te stroken met eerdere IPCC-rapporten. De basis voor deze beweringen, met name voor toegenomen droogtes, zal nader worden beoordeeld in onze analyse van het volledige WGI-rapport. Veel van de huidige onafhankelijke waarnemingen wijzen in feite op een grotere frequentie van extreme weersomstandigheden in het verleden.
CLINTEL heeft consequent betoogd dat het klimaat weliswaar verandert, deels door antropogene invloeden, maar dat er geen klimaatcrisis is, en dat het klimaatbeleid moet worden gebaseerd op voorzichtige kosteneffectieve aanpassing in plaats van op onbetaalbare ineffectieve mitigatie. Het nieuwe SPM biedt weinig objectief bewijs om deze sterk gekoesterde overtuigingen te wijzigen.
Guus Berkhout, President of CLINTEL (https://clintel.org),
Jim O’Brien, Irish CLINTEL ambassador, Chair of the ICSF (www.ICSF.ie)