Een analyse van ruim 200 getijdenstations verspreid over de wereld toont aan dat van een wereldwijde versnelling van de zeespiegelstijging geen sprake is. Dat is de zeer verrassende conclusie van de paper A global perspective on local sea level changes, die deze week gepubliceerd wordt in de Journal of Marine Science and Engineering. Het is uniek onderzoek van twee Nederlandse onderzoekers, Hessel Voortman en Rob de Vos.

De paper laat tevens zien dat modellen van het IPCC de lokale zeespiegelstijging in 2020 behoorlijk overschatten. Deze nieuwe publicatie is een vervolg op een eerdere paper uit 2023 waarin eerste auteur Hessel Voortman aantoonde dat de zeespiegelstijging langs de Nederlandse kust niet versnelde.

Bovenstaande alinea is de opening van een persbericht dat ingenieur Hessel Voortman vandaag rondstuurde. Voortman sprak vorig jaar op het Clintel-congres over zijn zeespiegelonderzoek. Samen met Rob de Vos (blogger op klimaatgek.nl) heeft hij nu een wetenschappelijke paper gepubliceerd waarin ze aantonen dat de zeespiegel wereldwijd niet versneld aan het stijgen is. Dat is een spectaculair resultaat omdat klimaatwetenschappers de laatste jaren moord en brand schreeuwen over de versneld stijgende zeespiegel. We zullen zien of deze paper net zoveel aandacht in de media gaat krijgen als het Utrechtse modellenwerk deze week aan de hand waarvan claims werden gedaan over het stilvallen van de golfstroom (AMOC).
Hieronder het artikel dat Rob de Vos schreef over de paper die hij en Voortman gepubliceerd hebben.

Door Rob de Vos

Het klimaat is een gevoelig onderwerp. Sinds het IPCC zich het onderwerp ‘klimaatverandering’ heeft toegeëigend lijkt wat ooit een hypothese was nu een onwrikbaar ‘feit’: het klimaat verandert, de boosdoener is CO2 en de mens is de schuldige. Dat het allemaal wat ingewikkelder in elkaar zit en consensus (als die al bestaat) in de wetenschap geen betekenis heeft begint langzaam terrein te winnen. Dat gaat moeizaam, want de tegenkrachten (eenzijdig wetenschappelijk onderzoek, politieke druk, voortdurende eenzijdige berichtgeving et cetera) zijn groot.

Een van de ‘kroonjuwelen’ van wat ik het IPCC-narratief noem is de stijgende zeespiegel. Nu is een stijgende zeespiegel niets bijzonders. Sinds het einde van de laatste ijstijd (ongeveer 15.000 jaar geleden) steeg de zeespiegel zo’n 120m . Het is nog niet zo héél lang geleden dat ‘we’ lopend Engeland konden bereiken (over wat nu de bodem van de Noordzee is). Een dikke jas was gewenst, want we hadden aan het einde van de jongste ijstijd, het Weichselglaciaal, in onze contreien een toendraklimaat.

Fig. 2   Bron: Wikipedia

De stijgende temperaturen vanaf zo’n 15.000 jaar geleden deden het oceaanwater stijgen, eerst snel en toen steeds langzamer zoals figuur 2 laat zien. De grafiek is samengesteld op basis van data uit een drietal publicaties van Fleming et al. 1998 en Milne et al. 2005.  Belangrijkste oorzaken van die zeespiegelstijging waren het afsmelten van een tweetal ijskappen in Scandinavië en Noord-Amerika en het uitzetten van het oceaanwater als gevolg van opwarming.

In de huidige moderne tijd is er nog steeds sprake van zeespiegelstijging, met een gemiddelde snelheid tussen 1901 en 2022 van 1,7 ± 0.4 mm/jaar (Deltares). De afgelopen jaren verschenen er berichten dat er sprake zou zijn van een versnelling in de zeespiegelstijging als gevolg van het versterkte broeikaseffect. Het internationale klimaatpanel IPCC stelde in haar laatste rapport uit 2021 dat de zeespiegel sinds 1900 steeds sneller is gaan stijgen, met andere woorden, dat er sprake is van een wereldwijde versnelling van de zeespiegelstijging.

Fig. 3   Bron: KNMI

Op basis daarvan werden zeespiegelmodellen ontwikkeld die voor 2100 vrij extreme zeespiegelhoogten voorspelden. Figuur 2 is de prognose van het KNMI voor de zeespiegelhoogten aan de Nederlandse kust tot 2100. Die kan volgens het KNMI in 2100 oplopen tot meer dan 120 cm. In een artikel uit 2024 heb ik voor de vijf Nederlandse kuststations  berekend dat van 1900-2022 de relatieve zeespiegelstijging 1,92 mm/jaar was. Trek je daar de gemiddelde bodemdaling langs de kust van af, dan kom je op een absolute zeespiegelstijging aan de Nederlandse kust van 1,45 mm/jaar.

Figuur 3 suggereert dat er aan het eind van de gemeten (blauwe) reeks al sprake is van een versnelling. Dat dat onjuist is heeft Hessel Voortman in een eerdere publicatie uit 2023 aangetoond. Maar wat voor de Nederlandse getijdenstations geldt hoeft uiteraard niet te gelden voor andere stations wereldwijd. Daarom besloot Hessel Voortman samen met ondergetekende een nieuw onderzoek te starten naar getijdenstations wereldwijd. Dat mondde uit in een paper die deze week gepubliceerd is:

Fig. 4   Bron: MDPI

Voor het onderzoek werd o.a. gebruik gemaakt van zeespiegeldata van PSMSL. Van de ruim 1500 stations bleven er 204 over die voldeden aan de criteria. Die criteria waren: tijdreeksen van tenminste 60 jaar, minstens 80% van de data compleet en minstens t/m 2015 doorlopend.

Fig. 5   Bron: Voortman et al 2025

Dat die minimale reekslengte van 60 jaar belangrijk is toont figuur 5. Die doorgetrokken rode golflijn toont de schommeling als gevolg van de nodale cyclus van 18,61 jaren. Meet je een trend van een dal naar een top, dan ontstaat er altijd een hogere trend. Maar ook andere langjarige schommelingen in de zeespiegeltrend beïnvloeden de trend, zoals ik onlangs in een artikel liet zien:

Fig. 6   Data: PSMSL

Fig. 7   Bron: Klimaatgek

De blauwe puntjes is de voortschrijdende  19-jarige trend, dus de trend van 1900-1918, 1901-1919, et cetera, t/m 2005-2023. De grafiek laat duidelijk zien dat het hanteren van langjarige getijdenreeksen een bittere noodzaak is.

Van de ruim 1500 getijdenstations in de database van PSMSL bleven er vanwege de gehanteerde criteria 204 stations over. Bij deze tijdreeksen onderzochten we met een statistische toets of een kwadratische lijn (met een versnelling dus) beter de metingen beschrijft dan een rechte lijn (geen versnelling). Bij het overgrote deel van de stations (195 om precies te zijn) was het verschil tussen de kwadratische en de lineaire lijn niet significantBij 195 stations is een versnelling statistisch niet aantoonbaar.

Fig. 8   Bron: Voortman et al 2025

24 stations vertoonden een afwijkend beeld, waarvan 9 stations een versnelling vertoonden en de overige 15 stations een opvallend sterke helling zonder versnelling. Bij die laatste categorie waren met name GIA en ‘short term local rise’ de oorzaak. GIA (Glacial Isostatic Adjustment) is het langdurige proces waarbij de aardkorst en de mantel een nieuw evenwicht zoeken als reactie op de verminderde massa van gesmolten ijskappen uit de laatste ijstijd. Dat zoeken naar een nieuw evenwicht betekent dat het aardoppervlak omhoog komt en daardoor invloed heeft op lokale getijdenmetingen.

Fig. 9   Bron: Voortman et al 2025

Negen stations vertoonden echter wel een versnelling van de zeespiegel. Deze stations liggen meestal in de buurt van stations die géén versnelling van de zeespiegelstijging laten zien en het is daarom onwaarschijnlijk dat een wereldwijd fenomeen als de opwarming van de aarde als gevolg van CO2 eraan ten grondslag ligt. We onderzochten elk van deze 9 stations en ontdekten dat vrijwel altijd recente lokale factoren, zoals aardbevingen (Japan), verzakkingen door grondwateronttrekking of massale bebouwing (zoals in Bangkok of Mumbai) bij de versnelling een rol spelen. Figuur 9 toont de extreme verandering van de zeespiegel op het Japanse station Ayukawa, het gevolg van de zware Tohoku zeebeving in 2011. Na de verwoestende tsunami die daarvan het gevolg was stond het zeeniveau bij het Japanse station 80 cm hoger dan voordien. Sinds 2011 daalt het zeeniveau in Ayukawa in plaats van dat het stijgt (zoals dat tot 2011 het geval was).

Het IPCC publiceerde in haar laatste rapport in 2021 voor vele locaties verspreid over de wereld toekomstverwachtingen voor de zeespiegel. Dat was een prijzenswaardige toevoeging ten opzichte van eerdere rapporten waarin uitsluitend mondiale uitspraken werden gedaan over de zeespiegel. Voor praktische doeleinden (bescherming tegen hoog water) is lokale informatie immers cruciaal.

Fig. 10   Bron: Voortman et al 2025

We vergeleken de gesimuleerde zeespiegelstijging in de door het IPCC gebruikte klimaatmodellen voor het jaar 2020 met de gemeten zeespiegelstijging. Het bleek dat de door het IPCC gesimuleerde zeespiegelwaardes systematisch te hoog uitvallen, gemiddeld zo’n 2 mm/jaar hoger dan de gemeten waarden, met wel grote regionale verschillen (figuur 10).

Conclusies: onze analyse van ruim 200 getijdenstations verspreid over de wereld toont aan dat van een wereldwijde versnelling van de zeespiegelstijging geen sprake is. Het onderzoek laat tevens zien dat modellen van het IPCC de lokale zeespiegelstijging in 2020 overschatten.