Van Elze van Hamelen overgenomen van de Andere Krant

Wat kunnen omwonenden doen om windparken tegen te houden? Kunnen zij gebruik maken van de wankele juridische status van de projecten? Dit interview van Elze van Hamelen in De Andere Krant is onderdeel van een groter onderzoek dat zij momenteel uitvoert voor Clintel. We verwachten de resultaten daarvan in september/oktober.

Bron: Shutterstock

Terwijl Nederland gestaag wordt volgebouwd met torenhoge windturbines, die grote gevolgen hebben voor de gezondheid van mensen en de natuur, is volslagen onduidelijk wat de juridische status is van deze projecten.

In 2021 erkende de Raad van State dat de Nederlandse normen voor windparken niet voldoen aan de Europese wet- en regelgeving. Nederlands hoogste bestuursrechter gaf daarbij de overheid opdracht een overkoepelende milieueffectrapportage (een plan-MER) op te stellen die als basis moet dienen voor nieuwe normen. De overheid heeft de plan-MER en nieuwe normen inmiddels in concept gepubliceerd. Dit najaar zullen ze waarschijnlijk officieel worden gepresenteerd. Volgens advocaat Peter de Lange, specialist in het windmolendossier, is echter nu al duidelijk dat ook deze nieuwe normen niet aan de Europese eisen zullen voldoen, omdat ze de gezondheid van burgers onvoldoende meewegen. De Lange heeft sinds het besluit van de Raad van State in 2011 zo’n 15 rechtszaken gestart waarin hij vergunningen voor windmolenparken aanvecht, maar de Raad heeft in nog geen enkel geval uitspraak gedaan. “Hoogst uitzonderlijk”, oordeelt hij.

In 2021 maakte Peter de Lange een windmolenproject bij Delfzijl aanhangig bij de Raad van State. De Lange beriep zich daarbij op het Nevele-arrest, een uitspraak van het Europese Hof in Brussel. “Deze uitspraak”, legt hij uit, “stelt dat de Europese strategische milieu beoordelingsrichtlijn (smb) sinds 2001 geldend is. Deze richtlijn bepaalt in Europees verband dat voordat je een plan of programma gaat opstellen, je eerst moet kijken naar welke milieugevolgen die plannen of programma’s hebben. Het opstellen van regels of normen voor windturbineparken wordt gezien als een plan of programma. Die normen gaan over geluid, slagschaduw, lichtschittering, externe veiligheid, et cetera, en zijn bij ons in 2011 terechtgekomen in het zogenaamde Activiteitenbesluit. Echter, deze normen waren vooraf niet onderzocht op de effecten voor het milieu, de leefomgeving en volksgezondheid, en voldoen daarmee niet aan het Europese Unierecht. Dat is in de Delfzijl-zaak, op 30 juni 2021, door de Raad van State onderkend. In die zaak is een vertaalslag gemaakt van het Europese recht naar de Nederlandse situatie. De rechter heeft toen bepaald dat er alsnog een milieu­effect beoordeling (plan-MER, of milieueffectrapportage) moet plaatsvinden van de opgestelde normen. De bestaande regels uit het Activiteitenbesluit zijn toen buiten toepassing verklaard.”

Volgens De Lange heeft de uitspraak van de Raad van State tot gevolg dat alle windparken die sinds 2011 zijn gebouwd, niet rechtsgeldig zijn. “Het gevolg van het buiten toepassing verklaren van de Nederlandse normen, is dat het Europese recht rechtstreeks van toepassing is. Je bent binnen Nederland dan gebonden aan de regels van het Unierecht. De Nederlands situatie is daarmee nog altijd in strijd. Die strijdigheid moet worden opgeheven. Dat is nog niet gebeurd.”

Hoe kan het dan dat er nog steeds wind­molen­parken worden gebouwd? “Dat komt doordat de Raad van State tegelijk met de uitspraak heeft gezegd, eigenlijk is er in de praktijk niets aan de hand, want vanaf nu mogen lagere overheden hun eigen windturbinevoorschriften maken. In mijn optiek is dit een ontwijking van de verplichte bepalingen van het Europese recht vanuit de smb. Dit stelt dat je de regels eerst goed moet toetsen, en nu maken ze allemaal miniprojectjes.” De Lange heeft inmiddels “een stuk of vijftien” rechtszaken begonnen tegen windmolenprojecten. “De eerste twee zijn gezamenlijk behandeld in een zitting van 24 november 2023. Dus ik heb 2,5 jaar moeten wachten na Delfzijl, voordat er überhaupt weer een zitting kwam over windturbines. Dat is een probleem, want het land zit in onzekerheid. We willen graag duidelijkheid. Zowel de project- en initiatiefnemers en de exploitanten als degenen die zich daartegen verweren. De Raad van State heeft mij in een brief van 7 mei jongstleden laten weten binnen 9 maanden uitspraak te doen. Normaal moet dit soort procedures volgens de wetgeving in beginsel worden afgedaan in de periode van 6 maanden na het aanhangig maken van hoger beroep. Dus dit is niet normaal. Het is hoogst uitzonderlijk.”

De Raad van State wijt de trage gang van zaken aan de complexiteit van de materie. Waarschijnlijk wacht de Raad op de nieuwe normen en de plan-MER die de overheid in de maak heeft. Op 12 oktober 2023 zijn deze normen in concept gepubliceerd. Daarna is er een inspraakprocedure geweest, die liep tot 22 november 2023. De verwachting is dat de normen dit najaar officieel worden gepresenteerd. Ze zouden op 1 juli 2025 in werking moeten treden.

Volgens De Lange is echter nu al duidelijk dat de nieuwe normen niet voldoen aan de Europese wetgeving. “In de kern gaat de smb om de bescherming van de gezondheid. Daarnaast gaat deze richtlijn uit van het voorzorgbeginsel. Dat betekent: terughoudend optreden als er aanwijzingen zijn voor schade aan gezondheid of milieu, ook als het bewijs nog niet 100 procent rond is. Bezint eer gij begint. Het Nederlandse beleid berust niet op het voorzorgbeginsel, ook de nieuwe normen niet. Plus, de gezondheid wordt niet onderzocht, omdat dat volgens de overheid meerjarig onderzoek zou vergen. In de kern is bij aanvang de grondslag van de nieuwe normen dus absoluut ondeugdelijk.”

Dat de overheid klaarblijkelijk weigert de consequenties onder ogen te zien van het niet voldoen aan de Europese richtlijn, is nogal merkwaardig. De Lange schrijft dit toe aan de druk die er is om aan het klimaatakkoord van Parijs te voldoen. “Als jij een dakkapel een meter te breed maakt buiten de vergunning, dan heb je handhaving op je dak en mag je afbreken of terugbrengen naar de wel vergunde situatie. Bij windturbines werkt het heel anders. Dan zeggen we kennelijk tegen elkaar ‘We moeten Parijs halen’ en dat is belangrijk. Er worden allerlei geitenpaadjes gezocht om de boel te traineren of te ontkomen aan de gevolgen van de smb.”

Daarnaast zijn er enorme bedragen gemoeid met de windparken, zegt De Lange. “De overheden staan voor een groot dilemma: de initiatiefnemers en exploitanten maken gebruik van vergunningen die door de overheid zijn afgegeven. Wanneer blijkt dat deze onrechtmatig zijn verstrekt, zullen zij zich gaan verhalen op de overheid. Die claims zijn torenhoog, dat loopt in de miljarden. De overheid is dan aansprakelijk, want zij hebben de vergunning verleend. De windlobby is goed georganiseerd, heeft veel juridische kennis in huis, en geld en tijd zijn voor hen geen probleem. Omwonenden die gaan procederen daarentegen, die hebben weinig tijd, hebben meestal geen geld, en hebben relatief weinig juridische kennis. Zij kunnen zich slecht organiseren. Dat is ingewikkeld. De overheid gokt er kennelijk op dat de weerstand van omwonenden op dit moment minder ernstig is dan de rechtszaken van exploitanten. Dus de bewoners blijven in de kou staan.”

Voor de overheid lijkt het belang van ‘de energietransitie’ groter dan de desastreuze gevolgen die de windparken hebben op mens en milieu. In de nota van toelichting bij het concept-plan-MER is dit ook met zoveel woorden omschreven. “In het kader van de totstandkoming van het onderhavige besluit zijn de verschillende belangen die in het geding zijn, mede op basis van de informatie die de plan-MER heeft opgeleverd, opnieuw tegen elkaar afgewogen”, zo staat er. “Daarbij is uitgangspunt geweest dat omwonenden recht hebben op een aanvaardbaar woon- en leefklimaat, maar niet dat omwonenden van windturbines daar helemaal geen last van mogen hebben. In dat geval zou er voor windturbines in een vol land als Nederland nauwelijks nog plaatsingsruimte overblijven, terwijl het belang van een duurzame energievoorziening ook een zwaarwegend belang is. Het belang van energievoorziening voor de voortzetting van onze huidige leefwijze valt nauwelijks te overschatten.” De Lange: “Het mantra ‘We moeten Parijs halen’ hoor ik vaak terug in de rechtszaal. Het uitgangspunt lijkt ‘we moeten verduurzamen, want anders vergaat de aarde’. Tja, dan verlies je dus alle nuances.”

De Lange vindt dit onacceptabel. “Uit de rapportages van Wind­wiki, een groep artsen en medisch specialisten die publiceren over de schadelijke gevolgen van windenergieopwekking, wordt steeds meer duidelijk over de effecten van windturbines op de volksgezondheid. Die zijn nog veel ernstiger dan we gedacht hadden. De schade neemt ook toe, want de vrije plaatsen in ons land zijn min of meer vergeven. Wat nu gebouwd wordt, staat per definitie veel dichter in de buurt van bebouwing en de bevolking. Dus meer mensen krijgen steeds meer last. Ook omdat die windturbines steeds hoger worden en die effecten zich over een veel groter gebied laten gelden.”

Wat omwonenden kunnen doen

Wat kunnen omwonenden doen om windparken tegen te houden? Kunnen zij gebruik maken van de wankele juridische status van de projecten? “Begin vroeg met het opbouwen van een dossier, maak contact met bestuurders en mede-omwonenden”, raadt windmolenadvocaat Peter de Lange aan. “Besef wat er komt. Ik hoor veel te vaak spijt nadat de turbines geplaatst zijn, ‘als ik dit had geweten was ik veel eerder in actie gekomen’.”

“Informeer je goed, begin op tijd met het opbouwen van een dossier en betrek andere omwonenden, bestuurders en stakeholders”, adviseert Peter de Lange bewoners. “In de besluitvormingsfase zie je soms dat net voor de zomer een conceptbesluit wordt gepubliceerd. Je hebt dan zes weken de tijd om daarop te reageren. Je stond net op het punt om lekker op vakantie te gaan en denkt, dat komt wel als ik terug ben na een week of twee, drie. Dan ga je een stuk opvragen, dat ontvang je op week vier of vijf van de zienswijzetermijn. Dat blijken dan 15 ordners aan informatie te zijn waar je zelf geen touw aan vast kunt knopen. Je hebt eigenlijk geen tijd meer om naar een advocaat te gaan en als je naar een advocaat om de hoek gaat, zegt die: ‘dit is zo complex dat kan ik niet zomaar beoordelen’. Dan sta je eigenlijk buitenspel. Vandaar dat ik probeer bewustwording te creëren: blijf uitkijken naar welke ontwikkelingen in je gebied spelen. Een initiatiefnemer is vaak jarenlang bezig met de ontwikkeling. Probeer daar zoveel mogelijk informatie over los te krijgen. Welke elementen zijn in jouw gebied echt van belang? Dat kan zijn: bijzondere vogels, bijzondere planten, een stilte- of waterwingebied, of een bepaald beschermd stads- of dorpsgezicht, monumenten of andere invloeden. Kies een aantal thema’s die specifiek zijn voor het gebied. Daarnaast zijn er ook altijd zaken die spelen, zoals gezondheid en andere milieuzaken. Probeer bij die onderwerpen deskundigheid en stakeholders te vinden. Als je je zorgen maakt over het vogelbestand, praat dan eens met de lokale vogelbescherming. Kijk naar de plannen voor natuurbeheer, en of dat allemaal te verenigen is. Probeer je dossier te ordenen met vijf tot acht thema’s. Er spelen misschien wel 100 thema’s, maar die hebben niet allemaal hetzelfde gewicht, dus pak het belangrijkste eruit. Zorg ook dat je de politieke kaart kent. Zorg dat je kennis en informatie bij de bestuurders brengt. Benader bij de gemeente het college van B en W, de fractievoorzitters, politieke partijen en de gemeenteraad. Het is ook van belang dat je voor andere omwonenden zichtbaar en vindbaar bent. Maak een website, richt een stichting of vereniging op. Zoek contact met de pers. En, besef wat er aan komt.”

Wanneer er eenmaal een conceptbesluit ligt, kunnen omwonenden een zienswijze indienen. “Het is dan zaak dat je je dossier goed op orde hebt”, zegt De Lange. “Een advocaat kan veel sneller aan de slag op basis van die punten die je zelf in je gebied belangrijk hebt gevonden. In de laatste fase ligt er een definitief besluit. Als je dan gaat procederen, zit je bij de Raad van State. Die wachttijden zijn op dit moment heel lang, dat kan jaren duren. Als de windturbines er nog moeten komen, is dat helemaal niet vervelend. Zolang een rechtszaak loopt, beginnen de ontwikkelaars doorgaans niet met bouwen, omdat dan de risico’s te groot zijn. Als de turbines er al staan en je hebt om intrekking gevraagd, is dat bijzonder lastig. In de tussentijd ervaar je overlast. Voorlopige voorzieningen worden tot nu toe altijd afgewezen, dus dan heb je geen mogelijkheden tot verweer.”

De Lange heeft nog een tip: “Lagere overheden zijn vaak verdeeld en niet iedere lage overheid is voor de plaatsing van windturbines. Breng begrip op voor de gemiddelde bestuurder die wordt opgezadeld met dit dossier, waar die eigenlijk veel te weinig verstand van heeft om een goede beslissing te kunnen nemen. Zo’n bestuurder zit in een complex speelveld. Die heeft een provinciaal bestuur op zijn dak en het provinciaal bestuur heeft de hete adem van het Rijk in zijn nek. In de praktijk zie je dat zeker bij grotere projecten er veel rechtstreeks wordt gecoördineerd en geïnformeerd door het ministerie. De centrale overheid oefent ook druk uit, die lobbyt en zet het beleid uit. Daar ben je als lagere overheid aan gebonden en dat maakt het ingewikkeld. Veroordeel de lokale bestuurders niet te snel, maar probeer hen van de juiste informatie te voorzien. Met name op punt van ‘weigeren wij nu medewerking’? Nee, integendeel, we willen ons houden aan het dwingende Europese Unierecht, en dat moeten we ook. We weigeren niet, maar we handelen zorgvuldig en we zijn er voor onze burgers. Ook lagere overheden, laat u juridisch bijstaan om die positie te nemen. Vroeger kon dat niet. Tegenwoordig wel.”

Voor een interview met Peter de Lange zie