CLINTEL steekt leden van het Nederlandse parlement een hart onder de riem en geeft hen advies hoe we onze economie weer op gang kunnen krijgen zonder utopische experimenten.
Na het opheffen van de COVID-19 lockdown moeten nationale parlementen zich gaan verzetten tegen de groene maakbaarheidsagenda’s van supranationale organisaties. In plaats van maakbaarheid na te streven, moeten zij zich gaan richten op het aanpassen aan de autonome veranderingen ten gevolge van de natuurlijke variabiliteit op aarde. Niet aanpassen betekent niet overleven.
Geachte parlementsleden, met alle respect, vecht dus niet tegen het ontstaan van klimaatverandering en het ontstaan van virusuitbraken, maar vecht tegen de gevolgen daarvan. Van top-down mitigatie naar bottom-up adaptatie.
Geloven in computermodellen is geloven in de makers
Beslissingen over het reilen en zeilen van de samenleving worden steeds meer genomen door slecht geïnformeerde politici, die een onvoorwaardelijk geloof hebben in de uitkomst van ondoorzichtige computermodellen en onbewezen technologie. Het idee dat de mens met supercomputers alle problemen kan oplossen – het maakbaarheidsideaal – is in de afgelopen jaren sterk gegroeid. Door computergestuurd beleid te koppelen aan supranationaal bestuur, wordt een toekomst beloofd waarin alle wereldproblemen kunnen worden opgelost.
Maar de werkelijkheid is heel anders. Het klimaatdebat van de afgelopen jaren en de corona-chaos van nu laten zien dat dit utopische toekomstbeeld niet klopt en dat we met de grote beleidsvraagstukken collectief de verkeerde richting in worden geduwd. Nationale parlementen dreigen marionetten te worden van megalomane supranationale organen, zoals gecreëerd door de VN en de EU.
De illusie van totale maakbaarheid
We zien dat de marketing van totalitaire maakbaarheidspakketten in volle gang is. Voorspellingen van computermodellen worden omarmd door supranationale organen, vertaald naar wereldwijde beleidsafspraken en vervolgens overgenomen door nationale politici. Maar de ervaring leert dat die ondoorzichtige computervoorspellingen en die centralistische beleidsafspraken ver afliggen van de realiteit.
De combinatie van computermodellen en supranationalisme leidt tot het verspreiden van zekerheden, die er niet zijn en het nemen van maatregelen, die averechts werken. Dat wordt nog verergerd doordat critici de mond wordt gesnoerd. Tegenspraak wordt niet geduld. Actuele voorbeelden zijn het klimaatdebat en de coronacrisis.
Natuurlijke variabiliteit is onvoorspelbaar
Klimaatverandering en virusuitbraken zijn autonome fenomenen met totaal verschillende ontstaansprocessen – microbiologisch versus macrofysisch – maar na hun ontstaan hebben beide verrassend veel gemeen. Beide gebeurtenissen hebben wereldwijde gevolgen, die om een bestuurlijk vergelijkbare aanpak vragen. Inhoudelijk is het interessant dat bij beider gevolgen kleine deeltjes in de lucht (‘aerosolen’) een grote rol spelen.
Natuurlijke variabiliteit in termen van klimaatverandering
De geschiedenis van de aarde laat zien dat klimaatverandering wordt veroorzaakt door een complexe combinatie van grote natuurkrachten, waarop de mens maar weinig invloed heeft.
Het klimaatbureau van de VN, het IPCC, coördineert wereldwijd wetenschappelijk onderzoek naar de oorzaak van klimaatverandering met behulp van computermodellen. In de afgelopen decennia hebben deze modellen extreme opwarming voorspeld ten gevolge van menselijke CO2 uitstoot. In de praktijk zijn dergelijke voorspellingen nooit uitgekomen.
Ondanks al die foutieve voorspellingen blijft het IPCC volhouden dat menselijke CO2 de boosdoener is. Door voortdurend te blijven herhalen dat we daardoor afstevenen op een onomkeerbare klimaatcrisis, wordt de burger angst aangejaagd en worden nationale regeringen moreel gedwongen het ‘low-carbon’ IPCC-beleid serieus te nemen en daadwerkelijk uit te voeren.
Het heeft in de afgelopen jaren geleid tot grote maatschappelijke onrust en peperdure klimaatmaatregelen, tot nu toe zonder enig meetbaar effect. Dat zijn harde feiten.
Natuurlijke variabiliteit in termen van virusuitbraken
De geschiedenis van pandemieën laat zien dat virusuitbraken ontstaan door veranderingen op microbiologische schaal. Coronavirussen wijzigen zichzelf voortdurend door complexe genetische recombinatie. Dat leidt tot nieuwe genotypen en onverwachte uitbraken. Net als bij klimaatverandering heeft de mens daar weinig invloed op. Daar komt nog bij dat adviserende virologen in de afgelopen maanden lieten zien onvoldoende kennis te hebben van hoe ‘corona aerosolen’ zich in de lucht verspreiden, cruciale fysische kennis voor het nemen van effectieve maatregelen.
Net als bij klimaatverandering worden ondoorzichtige modelvoorspellingen met grote zekerheid gepresenteerd, waardoor iedere keer weer de burger op het verkeerde been werd gezet. Om er moedeloos van te worden. Denk daarbij vooral aan de tegenstrijdige informatiestromen over het dragen van mondkapjes, de noodzaak om te testen, de vraag naar IC-bedden, de immuniteit van kinderen, het isoleren van ouderen, het sluiten van landsgrenzen, enzovoorts.
In november brak in de Chinese stad Wuhan het COVID-19 virus uit, half januari vertelden de modellen van de VN gezondheidsorganisatie WHO nog aan de wereld dat geen besmetting van mens op mens kon plaatsvinden en zelfs in februari sloeg de WHO nog geen alarm. Net als in het klimaatdebat werden critici monddood gemaakt (denk aan de Chinese arts Lee Wenliang).
In plaats van met betrouwbare adviezen te komen over het nemen van effectieve maatregelen, werd burgers angst aangejaagd en werden nationale regeringen moreel gedwongen het politiek-getinte WHO beleid serieus te nemen. Daarom hulde aan alle zorgverleners die in deze beleidschaos dag en nacht hun werk bleven doen.
CO2 moleculen versus coronavirussen
Maar het kan nog erger. In duurzaamheidskringen wordt een oorzakelijk verband gelegd tussen het ontstaan van klimaatverandering en het ontstaan van corona uitbraken. En – het is moeilijk te geloven – met argumenten als ‘klimaatstraf van God’ en ‘natuur slaat terug’. IPCC en WHO, waarom hebben jullie dit zo ver laten komen?
CO2 moleculen zijn bouwstenen van het leven en corona virussen zijn bouwstenen van de dood!
We moeten ons niet als een moderne Don Quichot gedragen
Het is een utopie te geloven dat de mens in staat is om autonome veranderingen ten gevolge van de altijd aanwezige natuurlijke variabiliteit te stoppen. Denk hierbij aan het ontstaan van aardbevingen, ontstaan van klimaatverandering, het ontstaan van extreem weer, het ontstaan van nieuwe virussen, enzovoorts.
Daarom moeten we ze niet proberen te bestrijden. Als we dat toch doen, gedragen we ons als een moderne Don Quichot. We moeten leren leven met die veranderingen, ze vroegtijdig signaleren (‘weten door meten’) en ons vervolgens slim aanpassen.
Adaptatie is de toekomst
Als klimaatverandering niet door de mens kan worden gestopt, dan is adaptatie de enige oplossing. Bij klimaatverandering betekent aanpassing: het nemen van maatregelen tegen de gevolgen van hogere temperaturen en zeespiegelrijzing. Het mainstream klimaatbeleid laat zien dat mitigatie nog nooit één leven heeft gespaard en dat adaptatie al honderd duizenden levens heeft gered.
Als de uitbraak van nieuwe virussen niet door de mens kan worden gestopt, dan is adaptatie de enige oplossing. Bij virusuitbraken betekent aanpassing: het nemen van maatregelen om verspreiding in de kiem te smoren en immuniteit tijdig te verhogen. Als we in het afgelopen jaar de Wuhan uitbraak vroegtijdig hadden gedetecteerd en vervolgens de Wuhan locatie waterdicht hadden geïsoleerd, dan was de wereld een diepe crisis bespaard gebleven.
De ervaring leert dat aanpassing aan verandering altijd werkt, wat de oorzaak van die verandering ook moge zijn. Levensvormen die daartoe niet in staat waren, hebben het niet overleefd.
Veranderingen horen bij het leven
Het succes van toekomstige samenlevingen zal daarom afhangen van het lerende vermogen om zich aan te passen aan verandering (‘adaptatie’). Door te proberen om met mondiale maakbaarheidsagenda’s veranderingen tegen te houden, zijn we in de grote beleidsvraagstukken collectief de verkeerde richting ingeslagen. We zien dat maakbaarheidsidealen burgers weinig goeds hebben gebracht.
Het is zorgelijk te zien dat in de verwarring van de coronacrisis maakbaarheidsidealisten hun ‘green deals’ er heimelijk proberen door te drukken. Echter, de echte prioriteiten liggen heel anders.
We hebben heel hard een realistische energiepolitiek nodig, waarin nieuwe vormen van kernenergie een kritische rol spelen. We hebben ook heel hard een realistisch pandemiebeleid nodig, waarin vroege detectie van uitbraken en waterdichte bronisolatie een kritische rol spelen. De corona-chaos van de afgelopen maanden mag nooit meer gebeuren!
Bestuurlijke intelligentie
Maakbaarheidsbeleid staat lijnrecht tegenover adaptatiebeleid. Landen met een hoog aanpassingsvermogen hebben een hoge adaptability quotiënt (AQ) en gaan het in de toekomst helemaal maken. Hoge AQ landen zijn alert, creatief en ondernemend. In plaats van doemverhalen zien ze oplossingen; in plaats van afwachten nemen ze initiatieven. CLINTEL gaat AQ gebruiken als maat voor bestuurlijke intelligentie. Het supranationale orgaan de EU vindt dat hoge AQ landen de lage AQ landen moeten subsidiëren. Tja EU, met dat supranationale beleid moedig je landen alleen maar aan om zich niet aan te passen. En niet aanpassen betekent niet overleven.
Punt op de horizon
Leden van het Nederlandse parlement zou ik op het hart willen drukken: word geen marionet van supranationale organisaties en negeer valse profeten die met hun onbetaalbare groene deals onze economie kapotmaken. Erken dat autonome veranderingen ten gevolge van natuurlijke variabiliteit niet kunnen worden tegengehouden. Het aardse klimaat is niet maakbaar en het ontstaan van nieuwe genotypen bij virussen kan de mens ook niet voorkomen.
Wees daarom open en praktisch en ga na het opheffen van de lockdown niet voor top-down mitigatie, maar voor bottom-up adaptatie. Ons land is altijd een hoog AQ land geweest en dat heeft ons een hoge welvaart gebracht. Laten we dat in de toekomst zo houden.
Guus Berkhout is emeritus hoogleraar geofysica en president van CLINTEL