In dit artikel maakt Vijay Jayaraj duidelijk dat de geopolitieke toestand ons nu echt dwingt tot terugkeer naar fossiele brandstoffen voor onze energievoorziening.

De wereld staat in brand, maar niet op de manier die klimaatalarmisten je willen doen geloven.

Jarenlang hebben regeringen van rijke democratieën de fantasie verkocht dat windturbines en zonnepanelen steenkool, olie en aardgas zouden kunnen vervangen. Nu, met oorlog in Oekraïne en in het Midden-Oosten en een wereldwijde oliemarkt die opnieuw onder druk staat, is de luchtspiegeling van ‘groene overvloed’ verdampt.

Deze conflicten, waarbij grote olie- en gasleveranciers zoals Rusland en Iran betrokken zijn, schreeuwen één onmiskenbare waarheid: vertrouwen op buitenlandse energie is een gok die geen enkel land met eigen energiebronnen zou mogen riskeren.

Energienaïviteit ontmoet geopolitieke realiteit
Politici subsidiëren al meer dan twee decennia industriële windinstallaties in de Noordzee en zonnepanelen in de Mojavewoestijn. Ze beweerden dat zonne- en windenergie goedkoper waren, zelfs toen de elektriciteitsprijzen omhoogschoten onder leiding van kampioenen van “hernieuwbare” energie zoals Duitsland, Californië en het Verenigd Koninkrijk.

Maar deze technologieën produceren geen energie als de zon niet schijnt of de wind niet waait. Aan dit simpele feit – bekend bij elke boer en ingenieur – werd voorbijgegaan door bureaucraten die nog nooit een put hebben geboord of een oven de hele winter hebben gestookt.

Westerse economieën hebben de binnenlandse productie van steenkool, olie en aardgas gestopt of geminimaliseerd, waardoor ze kwetsbaar zijn voor energieverstoringen en afhankelijk zijn van invoer uit geopolitiek onstabiele regio’s.

Toen Rusland Oekraïne binnenviel, werden de Europese burgers door Europa’s afhankelijk-heid van Russisch gas geconfronteerd met een industriële ineenstorting en een winter van ellende. Het was een strategische blunder van historische proporties, geboren uit een arrogante overtuiging dat energiezekerheid kon worden genegeerd.

Wanneer Iran met sabels rammelt in de Straat van Hormuz of Rusland het gas naar Europa afsluit, stijgen de prijzen. Dit zijn geen abstracte geopolitieke spelletjes – ze raken je portemonnee, je huis en je manier van leven.

De spanningen in Iran en elders geven de OPEC macht. Het maakt het voor kartellanden mogelijk het wereldwijde aanbod te manipuleren, terwijl het Westen werkeloos vasthoudt aan het net-zerodogma. Wanneer het aanbod krapper wordt, stijgen de prijzen. De armen lijden het meest. En waarvoor? Een theoretische verlaging van de temperatuur met een paar tienden van een graad over 80 jaar, beweerd door mensen die het weer niet meer dan een week kunnen voorspellen of treinen op tijd kunnen laten rijden?

En wat is de reactie van politici in het Westen? Hun binnenlandse energiebronnen uit fossiele brandstoffen aftappen? Nee. Ze blijven de broodnodige koolwaterstoffen belasteren.

De grootste tragedie is dat deze kwetsbaarheid een keuze was – een zelf toegebrachte wond gedreven door een absurde klimaatagenda. Terwijl onze leiders achter groene fantomen bleven aanlopen, zeiden ze ons dat we de uitgestrekte oceanen van rijkdom onder onze voeten moesten negeren.

Kijk naar de energieschatten van de Verenigde Staten. Het Permbekken van Texas bevat tientallen miljarden vaten winbare ruwe olie en omvat de productieve velden Spraberry, Wolfcamp en Bone Spring. In het noordoosten doet de Marcellus-schalie alle andere aardgasvelden in de wereld verbleken, met reserves die gelijk zijn aan de top tien van conventionele gasvelden samen.

Dan is er het Powder River Basin, dat zich uitstrekt over Wyoming en Montana, met de grootste steenkoolafzetting van het land. Ook de noordhelling van Alaska bevat enorme hoeveelheden onaangeboorde olie.

Evenzo heeft het Canadese Alberta de op twee na grootste bewezen oliereserves ter wereld, achter alleen Venezuela en Saoedi-Arabië. Dat zijn meer dan 160 miljard vaten, voornamelijk in teerzanden. De productie van Alberta voedt niet alleen de Noord-Amerikaanse economieën, maar vermindert ook de kracht van de door kartels gedreven prijzen van de OPEC.

Andaman Zee
In Azië bevestigden Indiase functionarissen een grote offshore-ontdekking in de Andaman Zee, met potentiële reserves die vergelijkbaar zijn met de alles veranderende ontdekking van olie van Guyana.

Dit herinnert ons eraan waarom we opnieuw zouden moeten investeren in exploratie.

Biljoenen dollars die hadden kunnen worden besteed aan exploratie, aan het bouwen van nieuwe pijpleidingen, aan het upgraden van raffinaderijen en aan het ontwikkelen van de volgende generatie winningstechnologie, zijn in plaats daarvan doorgesluisd naar gesubsidieerde wind- en zonne-energieprojecten die niet op eigen benen kunnen staan. Het resultaat is een dreigende bevoorradingscrisis.

Door de fossiele brandstofindustrie van kapitaal te ontdoen, hebben we een toekomst van krappere voorraden en hogere prijzen gegarandeerd. We hebben de voorwaarden gecreëerd waaronder energieschokken worden gemaakt.

Voor landen die rijk zijn aan hulpbronnen is het antwoord duidelijk: in eigen land boren en mijnen bouwen. Elke black-out, elke piek in de benzineprijs, elke verstoring van de aanvoer is weer een waarschuwing tegen het uitbesteden van het werk waarvan ons voortbestaan afhangt.

Dit commentaar werd voor het eerst gepubliceerd in Washington Examiner op 21 juni 2025.

Vijay Jayaraj is een wetenschaps- en onderzoeksmedewerker bij de CO₂ Coalition, Fairfax, Virginia. Hij heeft een M.S. in milieuwetenschappen van de University of East Anglia en een postdoctorale graad in energiebeheer van de Robert Gordon University, beide in het Verenigd Koninkrijk, en een bachelor in engineering van Anna University, India.