CO2 is niet de boosdoener; net-zero is onzin
Broeikasgas-emissies dragen slechts in geringe mate bij aan de opwarming van de aarde; een schonere lucht met minder aerosolen en wolken des te meer. De voorgenomen energietransitie van vraag- naar aanbod-gestuurd is onzinnig en schadelijk, stelt hydroloog Henk Ogink.
Volgens het IPCC, politici en de mainstream media hebben we te maken met een klimaatcrisis, die wordt veroorzaakt door antropogene emissies van broeikasgassen (GHG) en dan vooral van CO2. Een omvangrijke en zeer kostbare transitie van vraag-gestuurde productie van (elektrische) energie uit steenkool, olie en gas naar aanbod-gestuurde productie uit zonne- en windenergie met groene waterstof, is in uitvoering om de GHG-uitstoot vóór 2050 drastisch terug te brengen.
In het volgende wordt aannemelijk gemaakt dat deze transitie is gebaseerd op onjuiste aannames. Ter onderbouwing van dat laatste is een analyse gemaakt van de meteorologische dag- en uurgegevens van het KNMI-hoofdstation De Bilt over de periode 1958-2022; startjaar 1958 is het eerste volledige kalenderjaar met globale stralingsmetingen ter plaatse en metingen van de CO2-concentratie op Mauna Loa (Hawaï), terwijl met het eindjaar 2022 de effecten van de vulkaanuitbarsting in de Tonga-archipel begin 2022 (Hunga Tonga) en de El Niño van 2023 worden vermeden. De analyses zijn gebaseerd op fysisch gefundeerde en uitvoerig geteste empirische relaties en detectietechnieken die gangbaar zijn in de hydrologie. Voor een uitvoerige beschrijving van de gehanteerde relaties en methoden wordt verwezen naar (1) en (2). Het volgende is een samenvatting.
Temperatuur
De jaargemiddelde-temperatuur in De Bilt van 1958 t/m 2022 is weergegeven in figuur 1. Het verloop laat zien dat de temperatuur tot 1988 geen trend vertoont, maar daarna t/m 2022 is gestegen met 1,8-1,9 oC door veranderingen in de herkomst van luchtmassa’s en positieve ENSO-indexen (El Niño’s). De grootste sprong is opgetreden in de winter/lente-periode van 1988. Deze is vooral veroorzaakt door een plotselinge omkering van de Arctische en Noord-Atlantische Oscillatie indexen (AO/NAO) van negatief naar positief (figuur 2); een positieve index duidt op bovengemiddeld hoge luchtdruk in het zuiden en lage luchtdruk in het noorden van de Noord-Atlantische Oceaan, wat, onder invloed van de aardrotatie, een zuidwestelijke luchtstroom genereert. Hierdoor worden rond de winterperiode zachte oceanische luchtmassa’s aangevoerd. Gewoonlijk wordt de stijging van het temperatuursverloop benaderd door een (lineaire) trend met verwijzing naar de toename van de CO2-concentratie, maar op basis van de oorzaken van de stijging (El Niño’s en veranderingen in de AO/NAO-index) is de ontwikkeling stapsgewijs geweest. Dat wordt bevestigd door analyse van gesommeerde afwijkingen van het gemiddelde1.
Uit figuur 2 valt ook af te leiden dat 1988 een gamechanger is geweest met een toename van de aanvoer van oceanische lucht (3) vanaf dat jaar. De temperatuursprongen bij de ENSO-stappen in de laatste decennia, duiden op een opwarming van de oceanen, omdat de ENSO zonder opwarming in beginsel klimaatneutraal is. Deze opwarming kan verklaard worden uit een wereldwijde toename van de globale straling, die ook duidelijk in metingen van De Bilt is te zien.
Globale straling
De globale stralingsflux betreft de kortgolvige straling van de zon (golflengte 0,3-3 μm), zowel direct als diffuus. Deze flux is in De Bilt in de periode 1958-2022 op jaarbasis (figuur 3) sinds de eeuwwisseling met ongeveer 18 W/m2 gestegen, terwijl op maandbasis de toename in de maanden april t/m juli zelfs meer dan 30 W/m2 was. In de atmosfeer wordt zonlicht bij onbewolkte lucht geabsorbeerd en verstrooid door aerosolen en waterdamp; dit neemt bij bewolkte lucht verder af met de bewolkingsgraad. Satellietwaarnemingen laten zien dat de bewolkingsgraad sinds het midden van de jaren negentig is afgenomen; dit wordt bevestigd door een gestage toename van de relatieve zonneschijnduur. Analyse van wolkeloze dagen(1), (2) toont aan dat de aerosolen-concentratie voor De Bilt zodanig is afgenomen (zie ook figuur 4) dat dit ongeveer de helft van de verhoging van de stralingsflux in de lente- en zomermaanden kan verklaren. Minder aerosolen betekent geringere wolkenvorming en een verdere toename van de globale stralingsflux.
Doordat globale straling (in tegenstelling tot langgolvige straling) de oceanen tot ongeveer 200 meter diepte kan binnendringen, worden deze opgewarmd; dit betreft warmte die via convectie weer gedeeltelijk wordt afgegeven aan de lucht erboven. Deze opwarming (samen met een vanaf 1998 versterkt toegenomen verzadigingstekort), leidt er ook toe dat de hoogte van het condensatieniveau LCL (= Lifting Condensation Level), nodig voor wolkenvorming, toeneemt. Dit terwijl de aerosolen-concentratie, vooral boven de oceanen, met de hoogte afneemt (zee-spray). De afname van de bewolkingsgraad wordt daarmee dus een doorgaand proces, en zo ook de opwarming van de troposfeer!
Langgolvige stralingsflux en CO2-forcering
De langgolvige stralingsfluxen van het aardoppervlak (uitgaande en inkomende atmosferische tegenstraling), komen niet voor in de data van De Bilt en zijn daarom berekend met de stralingswetten van Stefan-Boltzmann, gecorrigeerd voor waterdamp en bewolking. De netto langgolvige stralingsflux is de laatste drie decennia met ongeveer 6 W/m2 toegenomen, maar met een aanzienlijke onzekerheidsmarge (het verschil van twee bijna even grote, niet gemeten maar berekende stralingsfluxen).
De CO2-forcering in W/m2 verloopt evenredig met de logaritme van de concentratie-verhouding. Het IPCC hanteert hiervoor bij TOA (de top van de atmosfeer) voor een verdubbeling van CO2 de waarden van Myhre e.a. (4), respectievelijk 5,0 en 3,7 W/m2 voor onbewolkte en bewolkte lucht. Deze resultaten zijn gebaseerd op modelresultaten van pre-industriële condities tot die van midden jaren negentig. Echter, Van Wijngaarden en Happer (2019/2022)(5) vinden op basis van stralingsfysica voor een recente wolkenvrije atmosfeer een forcering die ~40% lager ligt (3,0 W/m2 met een temperatuureffect van 0,8 oC). De modelresultaten van Chen e.a.(6), gebaseerd op atmosferische omstandigheden van de laatste twee decennia, bevestigen dit. Deze studie geeft voorts de forceringen voor een verdubbeling van CO2, aan het oppervlak (SFC). De evenredigheids-coëfficiënten uit voorgaande studieresultaten, toegepast op de periode 1958-2022, geven de in figuur 5 gepresenteerde forceringen aan TOA en SFC. Deze worden vergeleken met de toename van de globale straling in die periode. De laatste is een orde groter dan de forceringen! Broeikasgas-emissies dragen dus slechts in geringe mate bij aan de opwarming; een schonere lucht met minder aerosolen en wolken des te meer.
De belangrijkste absorptieband van CO2 ligt rond de 15 μm, en zorgt bij toenemende concentratie aan het oppervlak voor een vergroting van de atmosferische tegenstraling. Met de FAO/ASCE-methode voor de bepaling van atmosferische tegenstraling met bewolkingscorrecties volgens Shuttleworth en Unsworth-Monteith(1) en de waargenomen relaties tussen de temperatuur, dampspanningen en relatieve zonneschijn-duur, is het effect van de forcering volgens Chen uit figuur 5 vertaald naar de impact op de jaargemiddelde-temperatuur. Afhankelijk van de bewolkingscorrectie wordt tot 2023 een stijging van 0,20-0,22 oC gevonden (figuur 6); d.w.z. een magere 11-12% van de waargenomen stijging in De Bilt.
Daarnaast: CO2 is onontbeerlijk
Alle onderzoeken laten zien dat CO2 onontbeerlijk is voor leven op aarde. Een toename van de CO2-concentratie verhoogt de biomassa-productie van planten (figuur 7) en leidt ook tot een efficiënter waterverbruik, vooral bij C3-planten (7).
Figuur 7 Effect van 2xCO2 op toename van de biomassa bij C3, C4 en CAM planten
(bron: database Poorter en Navas(7))
Het verlaagt evenwel de voedingswaarde enigszins, wat overigens eenvoudig kan worden verholpen door toepassing van de juiste bemesting. De demonisering van het gas CO2 en haar emissiebelasting is onjuist, gezien de geringe bijdrage aan de opwarming van de aarde en de grote waarde voor de voedselvoorziening en vergroening van de aarde.
Transitie naar zon, wind en waterstof
Een grote uitbreiding van wind- en zonneparken is nodig om de politieke doelstellingen van net-zero CO2-emissie in 2050 te realiseren. Hiermee zijn grote hoeveelheden grond gemoeid en wordt het landschap geruïneerd met grote impact op de leefomgeving voor mens en dier. De uitbreiding genereert bovendien een steeds grotere, voorlopig niet te recyclen, berg afval: lang leve de vooruitgang?? Wind en zon zijn variabel en generen een aanbod-gestuurd energiesysteem, zonder traagheid, dat moeilijk is in te passen in een betrouwbaar netwerk. Energie-opslag is nodig om de gaten te vullen wanneer zon en wind het laten afweten. De groene waterstof die men hiervoor wil inzetten, naast batterijcomplexen, heeft een laag rendement (COP ≤ 0.3), is zeer volatiel en ontvlambaar en distributie via het bestaande aardgasnet vereist mogelijk kostbare aanpassingen. We moeten terug naar vraag-gestuurde energieproductie, inclusief kernenergie!!
Samenvattend
Deze analyse laat zien dat de huidige energietransitie-maatregelen niet deugen, en gebaseerd zijn op onjuiste aannames. CO2 is essentieel voor leven op aarde en de GHG-emissies dragen slechts in geringe mate bij aan de opwarming; een schonere lucht met minder aerosolen en wolken des te meer.
Regeren is vooruitzien, maar dat geschiedt nu met oogkleppen op, met dank aan het IPCC, een Tweede Kamer (met een enkele uitzondering) vol alfa’s en MSM-papegaaien. Arm land.
Literatuur
- Ogink H.J.M. Climate change and mitigation measures, A critical analysis based on meteorological of De Bilt and energy transition in The Netherlands. Oct 2025
- Ogink H.J.M. Klimaatverandering en mitigatie, een kritische analyse gebaseerd op meteorologische data van De Bilt en energietransitie in Nederland. nov, 2025
- Hoogeveen, J. en H. Winds are changing: An explanation for the warming of the Netherlands. Int J. Clim. 17/6/2022
- Myhre, G., E.J. Highwood, K.P. Shine, F. Stordal. New estimates of radiative forcing due to well mixed greenhouse gases. GRL, Vol. 25, No. 14, Pages 2715-2718, July 15, 1998.
- Wijngaarden, W.A. van, W. Happer, 2019. Infrared Forcing by Greenhouse Gases. Dept. Physics and Astronomy, York University, Canada
- Chen Y-T, Y. Huang and T.M. Merlis, 2023. The Global Patterns of Instantaneous CO2 Forcing at the Top of the Atmosphere and the Surface. J of Climate, Volume 36, AMS.
- Poorter, H. and M-L Navas, 2003. Plant growth and competition at elevated CO2: on winners, losers and functional groups. New Phytgist.

Over de auteur
Henk J.M. Ogink, Heino (1947). Opleiding: HBS-B, Zwolle, TU Delft, afgestudeerd (met lof) in de civiele techniek in 1970 en aanvullende studies hydrologie en waterhuishouding in VITUKI Budapest, Imperial College Londen en Colorado State University, Fort Collins USA. Vanaf 1970 tot heden werkzaam geweest als specialist/team leider en adviseur in hydrologische, hydraulische hoogwaterbescherming en watermanagement-projecten in 45 landen in Europa, Amerika, Afrika, Azië en Australië. Heeft brede ervaring in ontwikkeling en toepassing van hydrologische en hydraulische 1D en 1D2D modellen, ontwerpen van hydro-klimatologische netwerken en hydrologische informatiesystemen, hoogwater-voorspelling en beheersing en ontwerp van hydraulische constructies. Van 1970 tot 2009 werkzaam bij Waterloopkundig Laboratorium De Voorst/Delft Hydraulics en Deltares en daarna als zelfstandig adviseur hydrologie en hydraulica voor de Wereldbank en consultants.
meer nieuws
‘Gemeenteraad van Bergeijk wordt buitenspel gezet’
‘Gemeenteraad van Bergeijk wordt buitenspel gezet’ Clintel Foundation Datum: 10 september 2024 ‘Tegenwind blijft actievoeren tegen windmolenpark de Pielis’, schrijft het ED, en: ‘Petitie al bijna 3000 keer ondertekend’. Bij de Belgische grens [...]
‘Enorme groep roert zich over windturbineplannen in Overijssel’
‘Enorme groep roert zich over windturbineplannen in Overijssel’ De komst van tientallen nieuwe windmolens in Overijssel veroorzaakt flink wat beroering, schrijft RTV Oost. Clintel Foundation Datum: 9 september 2024 Voor een speciale inspreekdag in [...]
Omwonenden starten procedure tegen windturbines
Omwonenden starten procedure tegen windturbines Clintel Foundation Datum: 8 september 2024 Buren van Rijnenburg en Reijerscop (BVRR) zijn een beroepsprocedure gestart tegen het bestemmingsplan en de omgevingsvergunning voor de bouw van drie of [...]














