Door Samuel Furfari, professor aan de Université libre de Bruxelles, President van de European Society for Engineers and Industrialists, en voormalig official van de Europese Commissie, en Ernest Mund, emeritus-professor aan de Université catholique de Louvain (UCL)
Flanked by cooling towers, a nuclear reactor is contained inside a spherical containment building (Wikipedia – Copyright: Attribution-ShareAlike 3.0 Unported (CC BY-SA 3.0))
De klimaatplannen van de EU hebben veel negatieve en economische consequenties, die de EU op de middellange termijn in de verkeerde richting sturen.
In een artikel in La Libre Belgique getiteld ‘Europa’s lange groene mars richting eenheid’, zingt een voormalige senior official van de Europese Commissie de lof van de ‘Green Deal’ van de EU:
“De breedte en diepte van de Green Deal is nu op alle fronten duidelijk: de decarbonisatie van de industrie, mobiliteit en huisvesting, de afvang en opslag van koolstof, de rehabilitatie en revitalisatie van landbouwgrond, bossen en oceanen, de bescherming van bedreigde planten- en diersoorten, hetgeen niet alleen neerkomt op een nieuw sociaal contract tussen de mens en de natuur. Het gaat om een nieuwe wereldorde en een transformatie van ons economische en sociale systeem. Een project van deze grootte moet zijn gebaseerd op democratische idealen, sociale rechtvaardigheid en culturele vooruitgang.”
Spreken van een ‘lange groene mars’ is een ongelukkige metafoor, in zoverre dat het verwijst naar de tijd (1934) van Mao Zedong, en het startpunt van een regime dat China langzaam veranderde in een survival economy, inclusief de hongersnoden van de Grote Sprong Voorwaarts (1961) en de Culturele Revolutie (1966). Daarna werden hervormingen met een andere basis doorgevoerd, die herstel mogelijk maakten. Dit is zeker niet het doel van de architecten van het European Green Plan.
Maar in het licht van wat men van plan is voor de energieproductie in 2050, is het wel waarschijnlijk dat het plan gepaard zal gaan met een aantal zeer ongunstige economische en milieukundige consequenties die de EU op middellange termijn in een slechte richting kunnen sturen. Deze moeilijkheden kunnen worden vermeden als ideologie niet in de weg staat.
Zonder ruim voorradige en goedkope energie is er geen vooruitgang of welvaart.
De grondleggers van de Europese Gemeenschap begrepen dit toen ze in 1957 het Euratom-Verdrag aangingen, voor de harmonieuze ontwikkeling van een nieuwe, veelbelovende en perfect controleerbare energiebron. Sindsdien is de EU langzaam wegbewogen van dit doel en de aarzeling over het wel of niet opnemen van kernenergie in de ‘groene taxonomie’, suggereert dat dit pad niet snel zal worden opgegeven.
Energieverbruik zoals voorzien in Europa’s groene plannen
Volgens een van de mogelijke scenario’s in het Groene Plan, zou het jaarlijkse energieverbruik in de EU moeten worden gereduceerd van 1438 miljoen ton olie-equivalent (Mtoe) in 2020 tot 1112 Mtoe in 2050. Gezien de nucleaire status quo, die inhoudt dat kerncentrales die ouder zijn dan 40 jaar uit bedrijf worden genomen, moet dan 64% van de energieproductie komen van de variabele bronnen wind en zon; de rest is dan afkomstig van nucleair, hydro-energie en biomassa, want fossiele brandstoffen moeten gereduceerd zijn tot nul.
Die 64% is een aanzienlijk getal als je kijkt naar de situatie in 2019, toen het slechts goed was voor 2,5% in de EU27. In 2020, als gevolg van een atypisch jaar door Covid, steeg het aandeel naar 3,4%. Er moet daarbij zeker aandacht worden gegeven aan het fundamentele verschil tussen ‘energie’ en ‘elektriciteit’, zeker gezien het feit dat de data voor hernieuwbare bronnen steeds gunstiger lijken te worden als het gaat om elektriciteit. Maar elektriciteit blijft wel de minst gebruikte vorm van finale energie.
Zeker, het marktaandeel van hernieuwbare energie is stijgende. Maar volgens bepaalde technische onderzoeken, kan dit aandeel in het elektriciteitssysteem niet boven de 40% komen, om moeilijkheden in dat systeem te voorkomen. Gezien de variabiliteit van wind- en zonne-energie, heeft men, gezien vanuit leveringszekerheid, een controleerbare buffercapaciteit nodig om te compenseren voor productietekorten, als ook grote opslagfaciliteiten om met de overschotten om te kunnen gaan. Om met de pieken in de stroomproductie om te gaan, zijn er tevens aanzienlijke investeringen in de stroomnetwerken nodig (inclusief uitwisseling met het buitenland).
Laten we niet vergeten dat een marktaandeel van 64% de elektriciteitsvoorziening kwetsbaarder zou maken voor black-outs. En de investeringen die nodig zijn om de productie te decentraliseren, zullen terecht komen op de stroomrekening van de consument.
Het is vermeldenswaard dat in België, waar het aandeel van variabele hernieuwbare bronnen in de stroomproductie nu rond de 15 procent ligt, de spot price van elektriciteit kan stijgen tot 1300 euro/MWh op het moment dat wind en zonneschijn niet beschikbaar zijn (de norm is 50 euro/MWh). Het is een illusie te denken dat het productiesysteem dat men voor ogen heeft, zal leiden tot goedkope stroom. Stroom zal zeer duur zijn en vanuit een milieuperspectief een groot gebruiker zijn van natuurlijke bronnen en land.
Innovatieve nieuwe vormen van kernenergie
Er bestaat geen synergie tussen de huidige kernenergietechnologie (tweede- en derde-generatie kerncentrales) en hernieuwbare energie.
Energie uit kernsplijting wordt gekanaliseerd in verhit water bij een temperatuur die niet is geschikt voor warmte-opslag zoals dat normaal wordt gedaan bij thermische zonne-installaties. De reactoren draaien 90 procent van de tijd op volle kracht; ze moeten worden stilgelegd bij overproductie. Hernieuwbare bronnen draaien veel minder vaak op volle kracht: gemiddeld over vijf jaar in de EU 24% voor wind en 13% voor zon.
Het stil moeten leggen van kerncentrales is economisch schadelijk, en een argument dat tegenstanders van kernenergie vaak gebruiken, als toevoeging aan hun klassieke argumenten, om mensen ervan te overtuigen dat de beste oplossing is om kernenergie helemaal te verlaten.
Deze situatie zal echter snel veranderen met de komst op de markt van geavanceerde vierde-generatie nucleaire reactoren die, op basis van radicaal andere technologie, veel gemakkelijker synergie zullen bereiken met hernieuwbare energiebronnen.
Een van de zes ‘families’ die in dit opzicht aandacht verdient, is die van de gesmolten-zout-reactors, die een vloeibare brandstof gebruiken bestaande uit uranium- en plutonium-fluorides (of chlorides). Dit wordt tot een temperatuur van ongeveer 700°C gebracht en de gegenereerde hitte kan worden gebruikt om elektriciteit op te wekken of kan worden opgeslagen. Gesmolten-zout-installaties werden succesvol gebruikt in de jaren zestig. Dat ze werden opgegeven ten faveure van watergekoelde reactors was een gevolg van overwegingen uit de Koude Oorlog.
Het Anglo-Canadese bedrijf Moltex zal een faciliteit van dit type bouwen in Point Lepreau (New Brunswick, Canada), met de naam SSR-W. De installatie zal direct elektriciteit aan het net leveren in het geval dat hernieuwbare bronnen te weinig stroom leveren, of als buffer voor het systeem fungeren door warmte-opslag bij hoge temperatuur (GridReserve).De flexibiliteit van het systeem zorgt er voor dat de load factor van de nucleaire unit op 90% blijft, ondanks dat er tegelijkertijd hernieuwbare energie wordt geproduceerd.
De kers op de taart is dat SSR-W in staat zal zijn om zonder probleem gebruikte brandstof van de Canadese CANDU zwaar-water-reactors te gebruiken (door de vloeibaarheid van de brandstof) voor de eigen stroomvoorziening. Als hier een dergelijke oplossing zou worden toegepast, zou hetzelfde kunnen gebeuren met de gebruikte brandstof van onze watergekoelde reactoren. Het moet worden opgemerkt dat dit ook de veelgehoorde aanname ontkracht dat het niet mogelijk zou zijn om kernafval te verwerken. Als het gaat om transuranen is deze claim niet juist, want gesmolten-zout-reactoren bieden deze mogelijkheid.
Het is dus niet nodig om een aandeel van 64% hernieuwbare energie te hebben om de energieproductie te decarboniseren. Het zal snel mogelijk worden om een veel betere prestatie, in termen van CO2-emissies, te bereiken (voor hen die weg wil bewegen van aardgas). Dit door deze nieuwe nucleaire installaties, naast de bestaande, te bouwen. Diverse projecten gebaseerd op gesmolten-zout-technologie en small modular reactors (SMRs) worden ontwikkeld in de VS, Rusland en China. Ze zullen binnen 15 jaar worden gecommercialiseerd. De dominante visie in de EU is op dit moment om de deur te sluiten voor deze ontwikkeling, wat een veeg teken is.
Waterstof uit hernieuwbare bronnen, in plaats van uit nucleair?
Het moet ook worden vermeld dat de Europese Commissie waterstof heeft gepromoot sinds de jaren 60, door research naar waterstofproductie uit kernenergie in het Italiaanse Ispra. Dit omdat dit de enige plausibele manier was (en nog steeds is) om dit molecuul te produceren voor energiedoeleinden.
Het is paradoxaal dat de Europese Commissie nu de productie van waterstof uit wind- en zonne-energie pusht, terwijl deze bronnen nog marginaal zijn, zoals we hebben gezien. Als de EU werkelijk een ‘waterstofmaatschappij’ wil ontwikkelen, moet het teugkeren naar de basis die is ontwikkeld door zijn eigen researchers.
China, met zijn ‘lange mars’ en Maoïstische ellende, is veranderd, ook onder Xi Jinping, in een land met overvloedige en goedkope energie voor alle Chinezen. Het regime is ondemocratisch gebleven, maar dankzij de honderdduizenden ingenieurs op sleutelposities in het land, is China de zorg van andere wereldmachten geworden door zijn duizelingwekkende technologische vooruitgang, ook op het gebied van civiele kernenergie.
De EU is nu bereid om de oude praktijken van de Communistische wereld te adopteren: beleid voeren dat door een almachtige elite wordt opgelegd, door de waarschijnlijke afschaffing van de vetorechten van EU-lidstaten, zoals genoemd door de auteur van het opiniestuk in La Libre Belgique. De EU prijst zichzelf ook dat ze een voorbeeld stelt op klimaatgebied voor de rest van de wereld.
De rest van de wereld zal de EU misschien volgen, maar uit pragmatisme en om efficiënt te zijn, zal het de technologische instrumenten en energiebronnen gebruiken die de EU weigert. Dat is jammer, want de start van de EU was goed. Net als de Communistische wereld, zal het uiteindelijk uit elkaar vallen; de enige onbekende factor is het tijdstip waarop het zal gebeuren.
Overgenomen van Brusselsreport.eu/vertaling Peter Baeten. Oorspronkelijk gepubliceerd in het Frans door Contrepoints.