Door Guus Berkhout
Klimaatwetenschappers uit IPCC-kringen hebben toegegeven dat hun nieuwe generatie klimaatmodellen – CMIP6-modellen genoemd – oververhit en daardoor veel te alarmerend zijn. Deze baanbrekende concessie werd gedaan aan de vooravond van de langverwachte publicatie van het AR6-rapport – het vlaggenschip van het vijfjarenproduct van het klimaatagentschap van de Verenigde Naties (VN), het IPCC.
De bekentenis doet ook enorme vragen rijzen over de betrouwbaarheid van de opwarmingsprognoses van de vorige generatie modellen van het IPCC (CMIP5), waarin het extreem hoge RCP8.5-emissiescenario werd gebruikt. De resultaten werden vaak ten onrechte aangeprezen als een ‘business-as-usual’ scenario en gebruikt om extreme acties door klimaatalarmisten te promoten.
Uit satellietwaarnemingen bleek reeds dat de CMIP5-modellen veel te gevoelig waren voor de toename van broeikasgassen, waarschijnlijk met een factor twee. De combinatie van een te hoge klimaatgevoeligheid en te hoge emissieprognoses resulteerde in onwaarschijnlijke prognoses voor opwarming. Aangezien de nieuwe generatie modellen (CMIP6) nog warmer lijkt te gaan draaien, zal de nieuwe combinatie van CMIP6 en RCP8.5 in AR6 krankzinnig hoog uitvallen. Dit verklaart de ongemakkelijke gevoelens in IPCC-kringen dat deze prognoses niet meer dan science fiction zijn.
Het goede nieuws voor de samenleving is dat de IPCC-wetenschappers nu zélf beginnen te twijfelen of hun modellen wel te vertrouwen zijn als beleidsinstrument. Klimaatcritici hebben lang gewacht op erkenning, maar nu gloort eindelijk rechtzetting van een groot onrecht aan de horizon.
“Het is de afgelopen jaren duidelijk geworden dat we niet om deze erkenning heen kunnen”, vertelde Gavin Schmidt – directeur van NASA’s Goddard Institute for Space Studies – aan het gerenommeerde tijdschrift Science. Schmidt zei ook: “Je eindigt met cijfers voor zelfs de nabije toekomst die waanzinnig eng – en onjuist zijn.”
De opzienbarende aankondiging van NASA-directeur Goddard wordt algemeen gezien als een eerste stap in de rehabilitatie van kritische wetenschappers. Deze wetenschappers zijn jarenlang verguisd omdat zij, theoretisch en empirisch, hebben onthuld dat de IPCC-modellen een politiek verhaal vertellen en nauwelijks serieuze aandacht besteden aan de natuurlijke cycli in het klimaat van de aarde. Zij hebben ook keer op keer verklaard dat klimaatmodellen zeer nuttig zijn om het complexe klimaatsysteem van de aarde te bestuderen, maar dat die modellen totaal ongeschikt zijn om betrouwbare projecties te maken waarop klimaatbeleid kan worden gebaseerd.
De afgelopen jaren heeft CLINTEL aangetekende brieven naar wereldleiders gestuurd om hen te waarschuwen dat reële waarnemingen en modelprojecties elkaar in toenemende mate tegenspreken, met als gevolg dat een onzinnig klimaatbeleid wordt gevoerd.
Waarnemingen uit het verleden laten ook duidelijk zien dat extreem weer van alle tijden is. Slachtoffers en materiële schade van de huidige overstromingen en bosbranden zijn goeddeels te voorkomen door beter beheer en minder nalatigheid (‘adaptatie’). De Oostenrijkse minister Köstinger heeft 25 juli j.l. een persbericht gepubliceerd, waarin milieuactivisten hard worden aangepakt omdat zij overstromingsbeschermingsmaatregelen voortdurend hebben gesaboteerd.
In de afgelopen 30 jaar heeft het IPCC getracht de aandacht van wereldleiders, politici en publiek vast te houden door stap voor stap de klimaatmodellen alarmistischer te maken. Maar dat houdt ooit op. De nieuwe modellen zijn nu zó extreem geworden dat zelfs in IPCC-kringen de twijfel begint toe te slaan. De Amerikaanse klimaatwetenschapper, Judith Curry, reageerde als volgt: “De olifant in de kamer voor het IPCC is dat ze zwaar leunen op het RCP8.5-scenario in hun klimaataanbevelingen, die nu algemeen als ongeloofwaardig worden beschouwd.” Michael Asten, een deskundige beoordelaar van het AR6-rapport, ziet de erkenning dat de klimaatmodellen van het IPCC onvoorstelbaar warmlopen als een belangrijke concessie.
Tot op de dag van vandaag hebben leiders, politici en NGO’s in de Westerse wereld massaal gebruik gemaakt van de alarmistische IPCC-projecties om burgers bang te maken en hen zo allerlei onbetaalbare klimaatmaatregelen op te dringen. Denk maar aan de extreme voorstellen van VN secretaris-generaal António Guterres, EU vicevoorzitter Frans Timmermans en WEF directeur Klaus Schwab. Uitgaande van ongeloofwaardige klimaatongevoeligheden in combinatie met hoge atmosferische CO2-concentraties duwen zij de westerse wereld diep in een armoedeput. Hun ‘groene’ apocalyps moet regelrecht in de prullenbak verdwijnen.
Een kortere versie van dit artikel verscheen vrijdag 6 augustus in de Telegraaf
Wetenschappers van CLINTEL hebben standvastig beweerd dat het klimaat weliswaar verandert, maar dat er “geen klimaatcrisis” is en dat op een gegeven moment de waarheid aan het licht zou komen. Dat historische moment van de waarheid is nu aangebroken. Welke stappen moeten we nu nemen (plan B)?
- IPCC-voorzitter, het is nu de hoogste tijd om aandacht te schenken aan de goed gedocumenteerde kritiek van de groep klimaatwetenschappers die door de IPCC-gemeenschap is geëxcommuniceerd (zie de brief van CLINTEL aan u dd. 27 juni 2020).
- IPCC-wetenschappers, uw wetenschappelijk werk wordt misbruikt. Modelstudies worden in de ‘Summary for Policymakers’ vertaald naar dubieuze politieke verklaringen. Waarom protesteert u niet tegen deze misleidende praktijk? Het geeft de klimaatwetenschap een slechte reputatie.
- Wereldleiders, zie af van klimaatmitigatie (vermindering van CO2) en geef de hoogste prioriteit aan klimaatadaptatie (aanpassing aan klimaatverandering, of die nu natuurlijk of antropogeen is). Bedenk dat CO2 essentieel is voor al het leven op aarde. Meer CO2 maakt onze planeet groener en verhoogt de voedselproductie. Dus gebruik CO2 als een instrument tegen honger.
De peperdure energietransitie, die volledig gebaseerd is op de politieke klimaathysterie, moet volledig worden herzien. CLINTEL herhaalt dat alle landen hun beschikbare energiebronnen – zoals schone steenkool, aardolie, aardgas, waterkracht – moeten kunnen gebruiken zoveel als ze nodig hebben om hun levensstandaard te handhaven en te verbeteren. Bovendien moeten ze ver weg blijven van intermitterende lage-energiebronnen zoals zonnepanelen en windturbines; die zijn alleen nuttig in niches.
Ondertussen moet de wereld zich voorbereiden op de “gouden energie-eeuw”, waarin de toekomstige efficiënte en veilige kerncentrales de mensheid een overvloed aan betaalbare en schone energie zullen verschaffen. En we moeten de miljarden die zouden worden verspild aan mitigatie, herbestemmen en besteden aan een upstream deltaplan, alsmede aan een hoger onderwijsniveau, betere gezondheidszorg, oplossing van de woningnood en bestrijding van de gewelddadige misdaad. Een taak die op het lijf geschreven is van een zakenkabinet.
Guus Berkhout is emeritus-hoogleraar geofysica, lid van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) en president van CLINTEL