Kritiek op klimaatwetenschap en klimaatbeleid komt begrijpelijkerwijs vaak van personen die onafhankelijk zijn, bijvoorbeeld omdat ze al gepensioneerd zijn. Dat geldt ook voor Jules de Waart (1942), die onlangs het boek Geloof niet alles…Klimaatverandering in de spiegels van wetenschap en politiek, publiceerde. Maar opmerkelijker is dat deze criticus afkomstig is uit de PvdA, en dat zijn boek verschijnt in een tijd dat prominente partijgenoten als Frans Timmermans en Diederik Samsom vol op het orgel van de vermeende klimaatcatastrofe gaan.

De Waart was in de jaren tachtig Tweede Kamerlid voor de PvdA. Hij studeerde in de jaren zestig fysische geografie met klimatologie als bijvak en promoveerde in 1971 op een fysisch geografisch/geologisch proefschrift. Hij heeft dus genoeg kennis én ervaring om veel van de huidige ontwikkelingen in een wat breder verband te kunnen zien: “Na mijn pensionering begon ik weer te studeren en verbreedde mijn visie op wat wetenschap is en waar het voor staat. Enkele jaren geleden herontdekte ik de fysische geografie en de klimaatwetenschap.”

Geen consensus

De Waart wil de historische context van het klimaatdebat aangeven, inclusief de rol van de politiek daarin, en streeft er met dit boek vooral naar de klimaatdiscussie te verbreden: “Tussen ‘echte’ alarmisten en ‘echte’ sceptici bevinden zich mensen die zich niet lekker voelen bij de huidige polarisatie. Bij het gemak om alle problemen met natuur en milieu te zien als ‘klimaatverandering’, allemaal als een gevolg van emissies van CO2 en andere broeikasgassen. Dit zijn mensen die zich afvragen of die duizenden miljarden euro’s voor het tegengaan van die CO2-emissies wel goed besteed worden en zich zelfstandig een mening willen vormen. Ze verschillen van mening met de alarmisten over de oorzaken en de gevolgen van de opwarming. Ze menen dat er van de veel geroemde ‘consensus van 97%’ bij nadere beschouwing heel weinig overblijft, dat er nog veel onzekerheid is in de klimaatwetenschap en dat er slordig wordt omgegaan met de waarheid.”

Een sterk punt van De Waart is inderdaad zijn uitgebreide historische beschrijving van het klimaatdebat en de politieke context waarbij de vraag rijst hoe het debat zo kon ontsporen. Hij voert als een van de belangrijke oorzaken van de polarisatie de ‘double ethical bind’ aan. Dit is de paradox zoals verwoord door klimaatwetenschapper Stephen Schneider, dat iedereen in de klimaatwetenschap voortdurend een afweging maakt tussen wat effectief is en wat eerlijk is. Dit leidt onder alarmisten tot het uiten van onwaarheden, van leugentjes om bestwil tot groteske overdrijvingen van het klimaatprobleem, allemaal voor de (in hun ogen) goede zaak.

Moord in de Oriënt-Expres

Na deze belangrijke beschouwingen over de aard en historische wortels van het debat, gaat De Waart in het tweede deel van het boek uitgebreid in op de wetenschappelijke kwesties in het klimaatdebat. De conclusie luidt volgens hem uiteindelijk dat de opwarming van de Aarde (hij accepteert dat er sinds 1850 ongeveer één graad temperatuurstijging heeft plaatsgevonden) niet zo maar aan één factor kan worden toegeschreven. De Waart trekt de parallel met het boek Moord in de Oriënt-Expres van Agatha Cristie: er zijn meerdere schuldigen aan te wijzen: “Samenvattend kunnen we zeggen dat de Moderne Warme Periode een zeer complexe klimaatperiode is met vele verschillende forcings en feedbacks, zowel menselijk als natuurlijk, die op elkaar inwerken, elkaar versterken en verzwakken. Waarschijnlijk is geen van die oorzaken dominant. We zullen moeten zoeken naar meer verklaringen voor de opwarming van de aarde dan alleen de emissies van broeikasgassen. We zullen moeten accepteren dat het uitgangspunt ‘uitsluitend menselijk handelen is de oorzaak’ niet het antwoord kan zijn op alle vragen die we ons op klimaatgebied moeten stellen. En het is zeer de vraag of het volledig politieke UNFCCC (United Nations Framework Convention on Climate Change), dat zich al lang heeft vastgelegd op een dominante, vrijwel exclusieve rol van de mens voor die opwarming, daarvoor de juiste partij is. Ook het IPCC, in de basis wetenschappelijk maar in de top volledig politiek geworden, zal zich moeten hervinden om geloofwaardig te blijven.”

Voor hen die al diep in het klimaatdebat zitten (zeker de sceptici) biedt het boek van De Waart wellicht niet heel veel nieuws. Maar het biedt wel een goed overzicht van zowel de politieke context als de wetenschap en de verwevenheid daartussen. Het boek is echter tevens geschikt voor degenen die nog niet heel erg bekend zijn met de klimaatdiscussie en die nog open staan voor kritische geluiden. Het vat alle bezwaren die tegen het dominante klimaatverhaal zijn in te brengen, en dat zijn er veel, goed samen zonder daarin door te slaan naar de andere kant.

Jules de Waart: Geloof niet alles…Klimaatverandering in de spiegels van wetenschap en politiek. ISBN 9789464435245. Bijvoorbeeld te bestellen via bol.com; 22,50 euro.