Hunga Tonga laat de mislukking van de klimaatwetenschap zien
In plaats van de oorzaken (Hunga Tonga!) van de bijzondere klimaatgebeurtenissen van 2023 te achterhalen, hebben wetenschappers geprobeerd deze met behulp van modellen in de dominante theorie in te passen, schrijft Javier Vinos. Ze tonen daarmee het falen van die theorie aan.

De uitbarsting van de Tambora in 1815. De rode gebieden zijn kaarten van de dikte van de vulkanische asneerslag.
Bron: commons.wikimedia.org
Javier Vinós
Datum: 31 december 2025
We hebben het geluk gehad getuige te zijn van de grootste klimaatgebeurtenis op aarde sinds het begin van wereldwijde satellietmetingen, en mogelijk de grootste gebeurtenis sinds de uitbarsting van de Tambora-vulkaan in Indonesië in 1815. Het gaat duidelijk om een natuurlijk voorkomende, extern veroorzaakte klimaatgebeurtenis. De mainstream-klimaatwetenschappers behandelen deze gebeurtenis echter niet op de juiste manier. Dit komt omdat de klimaatwetenschap niet functioneert zoals andere wetenschappen en onderhevig is aan sterke confirmation bias. De eerste stap om te leren van de gebeurtenis van 2023 is het accepteren van het uitzonderlijke karakter ervan; wat velen niet doen.
- Een door externe factoren veroorzaakte buitengewone gebeurtenis
Als u nog steeds niet overtuigd bent van het uiterst abnormale karakter van de klimaatgebeurtenissen van 2023, laten we dan eens kijken naar enkele feiten uit 2023-2024. De volgende lijst is onvolledig en is afkomstig uit mijn aantekeningen:
- Buitengewone opwarming van de oceanen, die modellen niet kunnen verklaren.1
- Record lage hoeveelheid Antarctisch zee-ijs.2
- Een recorddroogte in het Amazonegebied in 2023.3
- 31 Atmospheric river events in het westen van de VS van november 2022 tot maart 2023. Negen daarvan bereikten Californië, een record in de 70 jaar oude database.4
- Het sneeuwrijkste seizoen in 71 jaar deed zich voor in Californië.5
- New York City had het minst sneeuwrijke seizoen ooit, en het 50-jarige record voor de laatste eerste sneeuwval werd gebroken.6
- Cycloon Freddy in de Indische Oceaan was de langstdurende tropische cycloon ooit.7
- ITCZ-verplaatsing (Intertropische Convergentiezone) en ongebruikelijke regenval in de Sahara in 2024.8
- De eerste helft van het orkaanseizoen van 2024 was verrassend rustig, en modellen kunnen dit niet verklaren.9
- In 2023 had 42% van de wereld te maken met hitte die twee standaarddeviaties overschreed. Louisiana had bijvoorbeeld de warmste zomer in 129 jaar.10
- 2023 was het warmste jaar sinds het begin van de metingen en 2024 was nog warmer.
- In oktober 2024 was de noordelijke polaire vortex het zwakst in 40 jaar. De drie plotselinge stratosferische opwarmingen die in hetzelfde seizoen plaatsvonden, komen volgens modellen maar eens in de 250 jaar voor.11
- De grootste wereldwijde afwijking in de lage bewolking die ooit is geregistreerd, vond plaats in 2023.12
Figuur 1. ERA5 Gemiddelde afwijking per zone in lage bewolking. Dit suggereert dat het planetaire albedo in 2023 mogelijk het laagste was sinds ten minste 1940.12
Niemand lijkt de verbanden te leggen die erop wijzen dat er in 2023-2024 een reeks buitengewone atmosferische gebeurtenissen heeft plaatsgevonden. Deze gebeurtenissen suggereren dat een externe factor een aanzienlijke invloed heeft gehad op de atmosferische circulatie. De klimaatwetenschap richt zich sterk op een relatief weinigzeggende en onzekere parameter, namelijk de afwijking in de oppervlakte-temperatuur, die de variatie weergeeft in het gemiddelde van de dagelijkse maximum- en minimumtemperaturen in zeer uiteenlopende gebieden. Toch weerspiegelt zelfs deze ontoereikende parameter het ongewone karakter van de gebeurtenis in 2023.
Figuur 2. De klimaatgebeurtenis van 2023 is het duidelijkst te zien in de wereldwijde afwijking van de zeewater-temperatuur (NOAA, 60°NB–60°ZB, referentiejaar 2021). Deze begon in december 2022. In november 2025 was 90% van de opwarming als gevolg van de gebeurtenis van 2023 verdwenen.
Veel temperaturen in 2023 waren niet alleen recordtemperaturen, ze verbraken ook de vorige records met de grootste marge in de datasets, zoals ik aangaf in het artikel dat ik in juli 2024 schreef voor Climate Etc.: “Hunga Tonga-vulkaan: impact op recordopwarming”. Rantanen en Laaksonen (2024) selecteerden september 2023 in de ERA5-heranalyse als de maand met de grootste opwarming in 2023 en stelden vast dat er slechts een kans van 0,2 % was dat dit te wijten was aan interne variabiliteit plus de door broeikasgassen veroorzaakte geforceerde trend.10 Zij concluderen dat er een externe forcering nodig is en wijzen op de uitbarsting van de vulkaan Hunga Tonga en de verwijdering van zwavelvervuiling door schepen als mogelijkheden.
- De gebruikelijke verdachten in een ongebruikelijke misdaad
Men zou kunnen denken dat het ontbreken van precedenten voor een dergelijke ongebruikelijke gebeurtenis, wetenschappers sceptisch zou maken over de factoren die het klimaat de afgelopen honderd jaar hebben beïnvloed, aangezien er niets vergelijkbaars in de gegevens voorkomt. Om echter een artikel te kunnen publiceren, moeten wetenschappers uitleggen wat er is gebeurd, en de modellen zijn niet in staat om verklaringen te geven die buiten hun programmering vallen. Deze programmering omvat uiteraard geen buitengewone gebeurtenissen waarvan we vooraf geen kennis hadden.
Daarom is gesteld dat El Niño in 2023 mogelijk een van de belangrijkste oorzaken was. In mijn artikel uit 2024 heb ik echter twee overtuigende redenen aangevoerd waarom El Niño in 2023 niet verantwoordelijk kan worden gehouden. Ten eerste vond de opwarming van de oceanen wereldwijd gelijktijdig met El Niño plaats, en niet daarna, zoals bij eerdere Niño’s het geval was. Ten tweede bevond de PDO (Pacific Decadal Oscillation) zich tijdens El Niño in 2023 in een negatieve toestand, in tegenstelling tot alle andere Niño’s, met uitzondering van die welke werd veroorzaakt door de uitbarsting van de vulkaan Pinatubo in 1992.
Hoewel Minobe et al. (2025) de betrokkenheid van ENSO (El Niño–Southern Oscillation) bij wat er gebeurde, ondersteunen, leveren zij nog meer tegenargumenten.13 Ten eerste tonen zij aan dat de buitengewone opwarming van 2023 begon in de Zuidelijke Oceaan in november 2022, vier maanden vóór de opwarming van de tropische Grote Oceaan en het begin van El Niño. Een gevolg kan niet voorafgaan aan de oorzaak. Ten tweede tonen zij aan dat de energie-onbalans op aarde tussen 2022 en 2023 meer dan 75 % groter was dan tijdens het begin van vergelijkbare recente El Niño-gebeurtenissen. Deze ongekende gebeurtenis had eerst invloed op de bovenste laag van de atmosfeer en begon in 2022. Bovendien wijst de reeks atmosferische en oceanische indicatoren die zijn opgenomen in de multivariate El Niño-index (MEI) erop dat de El Niño-gebeurtenis van 2023 niet bijzonder intens was. Een El Niño-gebeurtenis zoals vele andere, kan geen ongekende gebeurtenis veroorzaken.
Figuur 3. a) Wereldwijde afwijkingen in de atmosfeer van korte golf-straling (neerwaarts) en langegolf-straling (neerwaarts) en multivariate ENSO-index (MEI). In 2022 begon een sterke toename van de kortegolf-straling. De opwarming van de aarde veroorzaakte in 2023 een sterke toename van opwaartse langegolf-straling, voorafgaand aan een El Niño van gemiddelde intensiteit. b) Maandelijkse tijdreeks van afwijkingen in de temperatuur van het zeeoppervlak in geselecteerde regio’s van de Zuidelijke Oceaan en de tropische Grote Oceaan. De afwijking begon rond november 2022 in de Zuidelijke Oceaan, ongeveer vier maanden voordat El Niño in de Grote Oceaan begon.13
Degenen die geloven dat ENSO een belangrijke rol heeft gespeeld in de gebeurtenis van 2023, wijzen op de drie jaar van La Niña die daaraan voorafgingen. Zij beweren dat dit het warmtesysteem heeft overbelast, waardoor het explodeerde met de El Niño-gebeurtenis van 2023. Er zijn echter precedenten voor drie opeenvolgende Niña’s in de gegevens, in 1974-1976 en 1999-2001, maar er deed zich niets voor dat vergelijkbaar was met de gebeurtenis van 2023. Hoewel er verklaringen kunnen worden gezocht voor het feit dat de drie Niña’s deze keer zo’n ander resultaat hebben opgeleverd (aangezien dingen zich nooit precies op dezelfde manier herhalen), zijn deze verklaringen nog steeds ad hoc en worden ze niet ondersteund door bewijs.
Verrassender is het argument dat de gebeurtenis werd veroorzaakt door antropogene factoren. Antropogene forcering is klein en constant en kan alleen merkbare veranderingen teweegbrengen over lange perioden, decennia of eeuwen. Veranderingen van jaar op jaar zijn per definitie het gevolg van natuurlijke factoren of interne variabiliteit. Zo is het na 50 jaar opwarming van de aarde nog steeds onduidelijk welke veranderingen we kunnen verwachten in het ENSO-systeem als de opwarming nog eens 50 jaar voortduurt.
Een uitzondering op deze langdurige antropogene forcering is de vermindering van de zwaveluitstoot als gevolg van de maritieme brandstofregelgeving die in 2020 van kracht werd en daarom abrupt was. We kunnen dit echter uitsluiten als oorzaak van de gebeurtenis in 2023, omdat de vermindering permanent is, terwijl de opwarming van de oceanen die in 2023 plaatsvond, in 2024 en 2025 in wezen werd omgekeerd (zie figuur 2).
- De meeste wetenschappers negeren de afkoeling die sinds de gebeurtenis van 2023 heeft plaatsgevonden
De waarheid is dat klimaatwetenschappers veel meer moeite hebben om afkoeling te verklaren dan opwarming, wanneer het CO2-gehalte stijgt. Deze inherente vertekening in de modellen wijst er waarschijnlijk op dat er fundamentele aspecten van het klimaat zijn die nog niet goed worden begrepen. Dit kan verklaren waarom de opwarming van 2023 een veelheid aan krantenkoppen en artikelen heeft gegenereerd, terwijl de afkoeling van 2024 en 2025 wordt gekenmerkt door stilzwijgen van wetenschappers (over iets dat even spectaculair is).
Zo zijn bijvoorbeeld de jaarlijkse wetenschappelijke rapporten getiteld ‘10 New Insights in Climate Science’ van de organisatie Future Earth, uitgever van het tijdschrift Anthropocene, het vermelden waard.14 Twee van de tien inzichten in elk van de rapporten over 2023, 2024 en 2025 hebben betrekking op abrupte opwarming. Ondanks de afkoeling die begin 2024 inzette, wordt hier in geen enkel artikel naar verwezen.
Het is moeilijk om enige vermelding van de afkoeling van de oceanen te vinden. In 2024 meldde het tijdschrift New Scientist dat een deel van de Atlantische Oceaan met een recordsnelheid afkoelde:
“In de afgelopen drie maanden is de temperatuur in dat deel van de Atlantische Oceaan sneller gedaald dan ooit tevoren sinds het begin van de metingen in 1982. Deze plotselinge verandering is verwarrend omdat de sterke passaatwinden die normaal gesproken voor een dergelijke afkoeling zorgen, zich niet hebben ontwikkeld, zegt Franz Philip Tuchen van de Universiteit van Miami in Florida. ‘We hebben de lijst met mogelijke mechanismen doorgenomen, maar tot nu toe voldoet geen enkel mechanisme aan de criteria.’”15 We kunnen de afkoeling van de oceanen toevoegen als een andere anomalie waarvan de omvang, snelheid en oorzaak nog steeds onverklaard blijven.
Wanneer een El Niño overgaat in een La Niña, koelt de equatoriale (rond de evenaar) Grote Oceaan gewoonlijk snel af. De afkoeling in 2024 was echter wereldwijd. Hoewel er in de winter van 2024-2025 sprake was van La Niña-omstandigheden, waren deze niet intens genoeg en duurden ze niet lang genoeg om als een daadwerkelijke La Niña te worden aangemerkt. Met andere woorden, de enorme afkoeling van de oceanen van de planeet omvatte ook de equatoriale Grote Oceaan, maar de equatoriale Grote Oceaan was hier niet de oorzaak van.
- De enige bekende buitengewone factor is de uitbarsting van Hunga Tonga
Volgens Ockhams Scheermes vereist een klimaatgebeurtenis van een omvang die zijn weerga niet kent in de moderne geschiedenis, een uitzonderlijke oorzaak. De factoren die verantwoordelijk zijn voor normale klimaatvariabiliteit, zijn onvoldoende. De enige buitengewone factor die voorafging aan de gebeurtenis van 2023 was de explosie van de onderwatervulkaan Hunga Tonga. De 150 megaton waterdamp die daarbij in de stratosfeer terechtkwam, is ongekend in onze geschiedenis. We weten niet wat voor effecten dit allemaal op het klimaat heeft gehad. Uitbarstingen die de stratosfeer bereiken, hebben stralings-, chemische en dynamische effecten. Alleen de eerste twee zijn echter goed bekend.
Er zijn verschillende aspecten van de uitbarsting van de Tambora in april 1815 die wetenschappers nog niet bevredigend hebben kunnen verklaren. Ten eerste traden de effecten pas later op, aangezien de afwijkingen die leidden tot het ‘Jaar zonder Zomer’ in 1816, pas 15 maanden na de uitbarsting begonnen. De gebruikelijke verklaring is dat de atmosferische dynamiek de stralingseffecten op het noordelijk halfrond vertraagde. Deze verklaring is echter in tegenspraak met het tweede onverklaarbare aspect: het klimaateffect op het noordelijk halfrond was veel groter dan op het zuidelijk halfrond. De oorzaak van deze ongelijkheid tussen de halfronden is onbekend, aangezien vulkanische aerosolen en hun stralingseffecten bij een tropische uitbarsting over beide halfronden worden verspreid.
Figuur 4. Het onvermogen van modellen om de klimaateffecten van grote vulkaanuitbarstingen te reproduceren, doet twijfels rijzen over de betrouwbaarheid van hun diagnose dat de uitbarsting van Hunga Tonga weinig effect had op het oppervlakteklimaat. a) Alle modellen reproduceren een afkoelend effect op het zuidelijk halfrond als gevolg van de Tambora-uitbarsting in 1815, maar dit effect wordt niet ondersteund door bewijs.16 b) De modellen overdrijven de afkoeling van de zeetemperaturen als gevolg van de Tambora-uitbarsting in 1815 en een eerdere uitbarsting in 1809 sterk. De waarnemingen (in het zwart) laten een veel kleinere afkoeling zien.17
Klimaatmodellen geven de effecten van de Tambora-uitbarsting in 1815 niet adequaat weer, wat suggereert dat dynamische atmosferische veranderingen als gevolg van stratosferische uitbarstingen of andere factoren een veel grotere invloed op het klimaat hebben dan eerder werd gedacht. Het is opvallend dat de ontwikkeling van de temperatuurafwijking van de oceaan over het algemeen samenvalt met de ontwikkeling van waterdampafwijkingen in de middelste stratosferische breedtegraden op het noordelijk halfrond, maar niet in de gehele stratosfeer.
Figuur 5. De wereldwijde afwijking in de temperatuur van het zeeoppervlak (NOAA, 60°NB–60°ZB, referentiejaar 2021) wordt in rood weergegeven op een achtergrondafbeelding van de afwijking in waterdamp in de stratosfeer op 45°NB.
Omdat modellen de effecten van stratosferische uitbarstingen op de dynamica van de atmosferische circulatie niet adequaat kunnen integreren, is de conclusie dat de uitbarsting van Hunga Tonga minimale effecten had op het oppervlakteklimaat, niet overtuigend.18 Deze conclusie is voornamelijk gebaseerd op kennis van de stralingseigenschappen van waterdamp. Studies ondersteunen een verband tussen deze uitbarstingen en veranderingen in de mondiale atmosferische circulatie, de polaire vortex, El Niño–Southern Oscillation, verdamping en bewolking.
We weten zonder twijfel dat de klimaatverandering van 2023 werd veroorzaakt door een drastische afname van de wereldwijde bewolking, de grootste in minstens 40 jaar (zie figuur 1). Door deze afname nam de planeet meer zonne-energie op en warmde ze op. We weten echter niet wat de veranderingen in de bewolking beïnvloedt. Het is verbazingwekkend dat we beweren de oorzaak van de recente klimaatverandering te begrijpen, maar nog steeds onwetend zijn over zo’n fundamenteel aspect.
Zonder verdamping kunnen er geen wolken ontstaan. In hun recente werk presenteren Fajber et al. (2023) overtuigend bewijs dat de verdampingsgradiënt tussen de tropen en de polen bepalend is voor de hoeveelheid warmte die door de atmosfeer wordt getransporteerd.19 Ze maakten echter de veelgemaakte fout aan te nemen dat verdamping wordt bepaald door de temperatuur via de Clausius-Clapeyron-relatie. Deze fout vloeit voort uit de aanname dat de wind op mondiaal niveau constant is. De Clausius-Clapeyron-relatie is nauwkeurig op microscopisch niveau, op het grensvlak tussen water en lucht. Op macroscopisch niveau heeft de windsnelheid echter een grotere invloed op verdamping dan temperatuur of vochtigheid. In een koude, vochtige omgeving zal kleding die te drogen wordt gehangen, drogen als er voldoende wind is. Er zijn echter maar weinig klimaatwetenschappers die ervaring hebben met het te drogen hangen van kleding in de wind. Bovendien is de windsnelheid niet constant, maar vertoont deze aanzienlijke veranderingen en tegengestelde trends boven oceanen en land. Deze veranderingen leiden tot belangrijke veranderingen in verdamping, wolkenvorming en het transport en de verspreiding daarvan.20
Als veranderingen in de wolken de temperatuurveranderingen hebben veroorzaakt, kunnen we de temperatuurveranderingen niet als oorzaak van de wolkenveranderingen gebruiken. De meest waarschijnlijke oorzaak is de verandering in de atmosferische circulatie, die is opgetreden als gevolg van de atmosferische anomalieën die zich sinds eind 2022 hebben voorgedaan, zoals besproken onder kopje 1.
Voor iedereen die niet overtuigd is van de verklaring van klimaatverandering als gevolg van de stralingseigenschappen van broeikasgassen, is de uitbarsting van Hunga Tonga momenteel de beste verklaring voor de klimaatgebeurtenis van 2023. In juli 2025 analyseerde ik dat “als Hunga Tonga verantwoordelijk is voor de opwarming in 2023-24, we het grootste deel van deze opwarming binnen 3-5 jaar zouden moeten zien verdwijnen”.21 Deze prognose vloeit niet voort uit een van de andere overwogen oorzaken. In december 2025, vier jaar na de uitbarsting, was deze voorspelling uitgekomen: de oceaantemperatuur in november was slechts 0,05 °C hoger dan in november 2021, vóór de uitbarsting. 90 % van de opwarming van de oceaan als gevolg van de klimaatgebeurtenis van 2023, is verdwenen.
- De grootste mislukking van de klimaatwetenschap
De klimaatwetenschap heeft de test van een extern veroorzaakte natuurlijke klimaatgebeurtenis niet doorstaan. De meeste wetenschappers die studies over de klimaatgebeurtenis van 2023 hebben gepubliceerd, hebben de aard ervan niet onderkend. Alle klimatologische verschijnselen van de gebeurtenis die niet in overeenstemming zijn met de heersende consensus, zijn behandeld als natuurlijke variabiliteit of als zeldzame gebeurtenissen waarvan de waarschijnlijkheid is toegenomen als gevolg van antropogene klimaatverandering. Er zijn geen studies die de klimaatgebeurtenis in al haar verschijningsvormen hebben behandeld of de mogelijke oorzaken ervan hebben geanalyseerd zonder gebruik te maken van modellen die duidelijk niet zijn ontworpen om licht te werpen op iets waarvan we niet wisten dat het mogelijk was.
In plaats van te proberen de oorzaken van de gebeurtenis te achterhalen, hebben wetenschappers geprobeerd deze met behulp van modellen in de dominante theorie in te passen. In het licht van het bewijs van grote natuurlijke klimaatverandering onthult deze benadering haar grootste tekortkoming: de theorie is gebaseerd op een overdreven focus op broeikasgassen en aerosolen als oorzaak en temperatuurveranderingen als gevolg.
Persoonlijke opmerking:
In 2026 is het tien jaar geleden dat ik mijn eerste bericht plaatste op Judith Curry’s blog Climate Etc. Geloof het of niet, maar ik ben in 2015 begonnen met onderzoek naar klimaatverandering omdat ik me zorgen maakte over de mogelijke gevolgen ervan voor onze samenleving. Als wetenschapper uit een heel ander vakgebied vertrouwde ik op mijn collega-wetenschappers, geleerde genootschappen en redacteuren van wetenschappelijke tijdschriften om het risico te beoordelen. Als fervent lezer van wetenschappelijke literatuur uit vele disciplines, verdiepte ik me in honderden en vervolgens duizenden artikelen, ervan overtuigd dat er bewijs was voor dramatische, door de mens veroorzaakte klimaatverandering. Ik kwam echter met lege handen terug en was diep sceptisch over alles wat mij was verteld zonder dat ik ooit het bewijs had gezien. Ik realiseerde me dat natuurlijke klimaatverandering sterk verkeerd begrepen wordt en dat er onvoldoende wordt gedaan om dat te corrigeren. De afgelopen tien jaar heb ik veel tijd besteed aan het rechtzetten van de wetenschap achter het klimaat, en ik ben bereid daar indien nodig nog eens tien jaar aan te besteden. Als u vaker van mij wilt horen, kunt u mij vinden op 𝕏:
[1] Schmidt G (2024). “Climate models can’t explain 2023’s huge heat anomaly — we could be in uncharted territory” Nature, 627, 467.
[2] Gilbert E & Holmes C (2024). “2023’s Antarctic sea ice extent is the lowest on record” Weather, 79, 2, 46-51.
[3] Espinoza JC et al. (2024) “The new record of drought and warmth in the Amazon in 2023 related to regional and global climatic features” Sci Rep 14, 8107.
[4] Kawzenuk B et al. (2023) “Mesoscale analysis of landfalling atmospheric rivers in California during December 2022 and January 2023” Atmospheric River Reconnaissance Workshop 2023.
[5] Marshall AM et al. (2024) “California’s 2023 snow deluge: Contextualizing an extreme snow year against future climate change” PNAS 121, 20, e2320600121.
[6] Silive.com (2024) “2023 least snowiest year in NYC on record, says National Weather Service“.
New York Post (2023) “Snowless NYC breaks 50-year record of longest winter without flurries“.
[7] NOAA (2024) “Australia to Africa in 36 days: Tropical Cyclone Freddy (2023), the longest-lasting tropical cyclone in history“.
[8] Live Science (2024) “Sahara desert hit by extraordinary rainfall event that could mess with this year’s hurricane season“.
[9] Klotzbach PJ et al. (2025) “The Remarkable 2024 North Atlantic Mid-Season Hurricane Lull” Geophys Res Lett, 52, 19, e2025GL116714
[10] Rantanen M & Laaksonen A (2024) “The jump in global temperatures in September 2023 is extremely unlikely due to internal climate variability alone” Clim Atmos Sci 7, 34.
Yale Climate Connections (2023) “Summer 2023 broke dozens of all-time monthly heat records“.
[11] Severe Weather EU (2024) “Unusually weak Polar Vortex is developing in the Stratosphere, linked with the Weather patterns over the United States and Canada“.
Met Office UK (2024) “One in 250-year event underway high in the atmosphere“.
[12] Goessling HF et al. (2024) “Recent global temperature surge intensified by record-low planetary albedo” Science, 387, 6729, 68-73.
[13] Minobe S et al. (2025) “Global and regional drivers for exceptional climate extremes in 2023-2024: beyond the new normal” Clim Atmos Sci, 8, 138.
[14] 10 New Insights in Climate Science.
[15] New Scientist (2024) “Part of the Atlantic is cooling at record speed and nobody knows why“.
[16] Neukom R et al. (2014) “Inter-hemispheric temperature variability over the past millennium” Nature Clim Change, 4, 362–367.
[17] Brohan P (2012) “Constraining the temperature history of the past millennium using early instrumental observations” Clim. Past, 8, 1551–1563.
[18] APARC (2025) “Hunga Eruption Atmospheric Impacts Report” APARC Report No. 11, WCRP Report No. 10/2025.
[19] Fajber R et al. (2023) “Atmospheric heat transport is governed by meridional gradients in surface evaporation in modern-day earth-like climates” PNAS, 120, 25, e2217202120.
[20] Yu L (2007) “Global Variations in Oceanic Evaporation (1958–2005): The Role of the Changing Wind Speed” J Climate, 20, 21, 5376–5390.
[21] Vinós J (2025) https://x.com/JVinos_Climate/status/1941827393368281431
Dit is de Nederlandse vertaling van het artikel ‘The 2023 climate event revealed the greatest failure of climate science’ dat eerder werd gepubliceerd op judithcurry.com.

Javier Vinós
Javier Vinós is doctor in de natuurwetenschappen, wetenschapper, onafhankelijk klimaatonderzoeker en voorzitter van de Asociación de Realistas Climáticos (Vereniging van Klimaatrealisten).
meer nieuws
Was 2024 het warmste jaar ooit? Absoluut niet.
Was 2024 het warmste jaar ooit? Absoluut niet. Hoe de klimaatwetenschap 4000 jaar warmte uitwiste om 2024 op de apocalyps te laten lijken. Irrational Fear Dr. Matthew Wielicki Datum: 2 september 2025 Op [...]
Desinformatie over hittegolven in het NOS Journaal
Desinformatie over hittegolven in het NOS Journaal De boodschap is weer duidelijk. Hittegolven waren zeer zeldzaam en zijn nu gangbaar geworden. De oorzaak daarvan is het gebruik van fossiele brandstoffen. Boven: Peter Kuipers Munneke in het NOS Journaal op 15 augustus jongstleden. Onder: zelfde [...]
Het industriële masochisme van het ‘groene’ Europa
De beleidskeuzes van de EU hebben ertoe geleid dat zogenaamde hernieuwbare bronnen – voornamelijk wind en zon – nu meer dan een derde van de Europese elektriciteitsmix uitmaken en daarmee steenkool ruimschoots overtreffen.










