Het wordt steeds duidelijker dat windturbines gezondheidsschade veroorzaken. Maar ook de nieuwe normeringen voor windturbines bieden nauwelijks bescherming tegen gezondheidsschade, stelt expert ir. Bert Weteringe. “Het nieuwe ontwerpbesluit getuigt van een ernstig gebrek aan kennis, diepgang en realisme.”

Door Bert Weteringe

Windturbines in Urk

Kort geleden zette Gedeputeerde Staten een streep door een gepland windpark bij de Noorder-IJplas in Amsterdam. Zorg om de gezondheid van omwonenden was een van de redenen. Goed nieuws voor de omwonenden van de Noorder-IJplas, maar gezien de nieuwe normeringen voor windturbines (onlangs in de Staatscourant gepubliceerd) geen garantie dat ook andere plannen voor windparken zullen sneuvelen. De nieuwe normeringen bieden namelijk nauwelijks bescherming tegen gezondheidsschade. In de nota van toelichting staat nadrukkelijk vermeld dat het belang van de energietransitie boven gezondheidsschade wordt gesteld.

Een groeiende groep omwonenden verzet zich tegen de bouw van windturbines, omdat ze vrezen voor gezondheidsschade, door geluidsoverlast en slagschaduw. Schrijnend voorbeeld is het verhaal van Janny Vokkert uit Overijssel. Haar man is arbeidsongeschikt verklaard door langdurige blootstelling aan laagfrequent geluid, dat ook door windturbines wordt geproduceerd. Janny spreekt onder andere over “zware epileptische aanvallen, zelfs resulterend in coma”. Door een arts werd de diagnose ‘vibro-akoestische ziekte’ gesteld. “Genezing hiervan is niet mogelijk. Afstand houden van laagfrequent geluid is de enige remedie om de klachten te stabiliseren”, aldus Vokkert.

Arcadis
De aanleiding voor de nieuwe normen voor windturbines, was de uitspraak van de Raad van State van 30 juni 2021 in de zaak windpark Delfzijl Zuid. Die stelde dat eerdere windturbinebepalingen niet meer van toepassing waren op windparken met drie of meer windturbines. De Nederlandse overheid moest van de rechter aantonen dat aan de Europese richtlijn wordt voldaan. Deze richtlijn houdt onder andere in dat beleid op milieugebied dient bij te dragen tot het behoud, de bescherming en de verbetering van de kwaliteit van het milieu, de bescherming van de gezondheid van de mens en het behoedzaam en rationeel gebruik van natuurlijke hulpbronnen en dat dit beleid dient te berusten op het voorzorgsbeginsel.

Op basis van een rapport van Arcadis zijn vervolgens de normeringen voor geluid, slagschaduw, externe veiligheid, lichtschittering en obstakelverlichting bepaald en is een afstandsnormering voorgesteld. De beoordelingen van milieueffecten zijn onder andere gedaan door themasessies met experts. Maar wie die experts dan zijn en op basis waarvan ze de milieueffecten hebben beoordeeld, wordt niet duidelijk.

Wel wordt duidelijk uit het rapport dat op geen enkele manier wordt voldaan aan de Europese richtlijn en het voorzorgsbeginsel. Zo ondervindt bij de voorgestelde normering nog altijd 31% van de omwonenden binnen een straal van 2,5 km, geluidshinder (bron: GGD). Dat komt onder andere omdat wordt uitgegaan van normen voor het jaargemiddelde. Het geluidsniveau zal op sommige momenten, maar ook over langere periodes, uiteraard hoger liggen dan de jaargemiddelde norm.

Laagfrequent geluid
Over laagfrequent en infrasoon geluid is dan nog niet eens gesproken. Voor laagfrequent geluid door windturbines wordt de richtlijn van de Nationale Stichting Geluidshinder (NSG) overschreden, blijkt uit het rapport. Het rapport verwijst, voor de onderbouwing, wel naar de zogenoemde Vercammen-curve voor laagfrequent geluid. Deze curve is gepubliceerd in 1990 en is nooit in de praktijk getoetst. Bij gelijke geluidniveaus is laagfrequent windturbinegeluid hinderlijker dan verkeers- en industriegeluid, vanwege het ritmisch karakter. Dit werd bevestigd door het RIVM in 2015. De Vercammen-curve zou zonder verder onderzoek dan ook niet gebruikt mogen worden, maar toch gebeurt dit. De nieuwe norm voldoet wel aan deze curve en dat komt de windindustrie en de overheid waarschijnlijk erg goed uit.

Voor infrasoon geluid van windturbines (niet hoorbaar maar wel voelbaar) zijn helemaal geen normen opgesteld. Dit terwijl inmiddels bekend is dat veel mensen hier hinder van ondervinden. Door de uiterst lage frequentie (0-20 Hz) draagt dit geluid erg ver. Infrasoon geluid kan dus tot op grote afstand van de windturbine ernstige effecten hebben. Er zijn dan ook talrijke verhalen van omwonenden die ’s nachts hun huis ontvluchten om verderop in de auto te gaan slapen. Omwonende Wim Staring, Master of Science in Geografie en inmiddels specialist op het gebied van windturbinegeluid, nodigt beleidsmakers graag uit om eens een nachtje door te brengen in zijn woning, zodat ze zelf de overlast kunnen ervaren. Hij spreekt van ernstige hinder door “telkens weer aanzwellend, veranderend geluid”.

Slagschaduw
Naast geluidshinder krijgen sommige omwonenden te maken met slagschaduw, wat ook als zeer hinderlijk wordt ervaren. Slagschaduw veroorzaakt ergernis en concentratieverlies, omdat het voortdurend afleidt. De roterende bladen zorgen er op een zonnige dag voor dat de schaduwen met een bepaalde frequentie bewegen. Dit ‘knipperlichteffect’ wordt binnen de nieuwe norm gedurende 6 uur per jaar toegestaan binnen een straal van 12 maal de rotordiameter. Er is volgens het rapport namelijk een theoretisch verlies aan energieopbrengst voor de exploitant van 0,1% tot 0,6% als de toegestane slagschaduwduur op 0 uur zou worden gesteld. Gezondheid blijkt hier wederom te worden achtergesteld op de energietransitie.

De hinder voor omwonenden van windturbines wordt met de voorgenomen normeringen niet minder. Nu al staan er 900.000 woningen in Nederland op een afstand tussen de 1,5 en 2,5 km van een windturbine. Volgens een TNO-rapport uit 2022 zijn dat er in 2030 ongeveer 1,6 miljoen. De mensen die binnen 2,5 km van een windturbine wonen, worden allemaal in meer of mindere mate getroffen worden door geluidshinder en slagschaduw. Als klap op de vuurpijl krijgen deze mensen ook nog eens te maken met een gemiddelde waardedaling van hun woning van 3,8%, aldus het TNO-rapport.

Een van de conclusies in het rapport van Arcadis is dat er geen leemten in kennis zijn bij de opstellers. Die conclusie is ronduit beschamend. Het ontwerpbesluit getuigt van een ernstig gebrek aan kennis, diepgang en realisme.

Auteur

Bert Weteringe (www.metdewindmee.com) is vliegtuigbouwkundig ingenieur en heeft zich gespecialiseerd in de ontwikkeling en certificatie van lichtgewicht materialen en processen voor toepassing in de luchtvaartindustrie.

Hij is auteur van het boek Windhandel en is lid van de Vereniging van Vrije Journalisten.

Als onafhankelijk onderzoeksjournalist focust hij zich op het gebied van windenergie en de energietransitie.