Auteur Samuel Furfari
Aanleg van een gaspijplijn in Duitsland. Hoe lang stroomt hier nog Russisch gas door?
De Europese Commissie heeft plannen gepresenteerd om minder afhankelijk te worden van Russisch olie en gas. De EU wil daarbij nog meer inzetten op duurzame energie als zon en wind. Volgens Samuel Furfari, hoogleraar energie en geopolitiek aan de Vrije Universiteit Brussel en voormalig topambtenaar bij de Europese Commissie, is dit een kansloze weg.
Vladimir Poetins brute en onacceptabele invasie van Oekraïne heeft ongenadig blootgelegd hoe precair de energiesituatie van de EU is. Het is Duitsland dat ons afhankelijk heeft gemaakt van Russische energie. Duitse milieuactivisten hebben de EU decennialang opgezet tegen kernenergie en fossiele brandstoffen en toch kan de Europese Raad nu – vernederend genoeg – geen sancties invoeren tegen de energie uit Rusland, omdat die essentieel is voor onze economie.
In oktober 2000 publiceerde de Europese Commissie een Groenboek over de continuïteit van de energievoorziening in de EU. Daarin stond het spreiden van risico’s centraal, door diversificatie van bronnen, importlanden en routes. Vijftien jaar lang waren deze regels leidend. Maar onder druk van de Duitse ecologen die in Brussel de dienst uitmaken, werd dit pad verlaten.
Het doel van de Duitse Energiewende die rond 2010 van start ging, was het tegengaan van klimaatverandering, niet het zorgen voor een betrouwbare energievoorziening. Zeker, met 100% hernieuwbare energie zouden we ons geen zorgen meer hoeven maken over Rusland. Maar dit doel is onrealistisch. Sinds de oliecrises van 1973 en 1979 zijn we er, ondanks enorme inspanningen en niet-aflatende steun van overheden, niet in geslaagd om meer dan 2,5% van onze primaire energiebehoefte te produceren uit wind- en zonne-energie. Duitsland heeft volgens een schatting van de voormalige Duitse minister van Economie Peter Altmaier €1000 miljard uitgegeven aan duurzame energie, maar haalt nog steeds niet meer dan 5% van zijn totale energie uit zon en wind.
Nord Stream
Duitslands tweede fout is niet dat ze te afhankelijk zijn van aardgas – want dat is maar 25% van hun energiebehoefte – maar dat dit vooral Russisch gas is. In 2019 importeerde het 84 miljard m³ aardgas, waarvan 51 miljard m³ uit Rusland. De Nord Stream 1 gaspijpleiding, die sinds 2011 in bedrijf is en die Oekraïne, Wit-Rusland en Polen omzeilt door de Oostzee te doorkruisen, kan 55 miljard m³ vervoeren. De nieuwe pijpleiding Nord Stream 2, voltooid dankzij de vasthoudendheid van Angela Merkel tegenover de Amerikaanse regering, die fel tegen het project ageerde, evenveel. Ook de SPD, eerst in coalitie met mevrouw Merkel en nu als regeringsleiders, heeft altijd een warm hart voor Russische energie gehad. In de tijd van kanselier Willy Brandt werd de SPD de vijfde colonne van Moskou genoemd. Ex-SPD-kanselier Gerhard Schröder was de initiator van Nord Stream 1. Hij heeft bestuursfuncties bij Nord Stream en het Russische oliebedrijf Rosneft en is genomineerd voor het bestuur van Gazprom. Hij krijgt nu persoonsbeveiliging.
LNG
Opmerkelijk voor een grote economie als Duitsland is dat het land geen enkele terminal heeft voor LNG-tankers met vloeibaar aardgas. LNG stelt aardgasexporteurs in overzeese landen, zoals de V.S., Qatar en Australië, in staat om gas per schip te vervoeren, wat per pijpleiding niet mogelijk zou zijn. Om deze LNG te importeren zijn wel import-terminals nodig waar het vloeibare gas weer gasvormig wordt gemaakt.
Bijna alle maritieme lidstaten van de EU hebben wel een of meer LNG-terminals. Frankrijk drie, Italië ook en Spanje zeven. Nederland heeft er één. Duitsland heeft er nul. Bijkomend probleem is dat de pijpleidingroutes in Europa niet erg geschikt zijn om gas vanuit Frankrijk, Spanje en Italië naar Noordwest-Europa te vervoeren. De acht LNG-terminals op het Iberisch schiereiland zijn onbruikbaar voor de rest van de EU omdat Frankrijk een pijplijnverbinding tussen Noord-Catalonië en Perpignan weigert. Algerijns gas zou in Spanje kunnen aankomen, maar kan niet via Frankrijk naar Duitsland.
Op de dag dat Vladimir Poetin de republieken Donetsk en Luhansk erkende, kwam het Forum van Gasexporterende landen in Doha bijeen. Deze “OPEC van aardgas”, die 70% van de wereldgasmarkt vertegenwoordigt (de Verenigde Staten maken er geen deel van uit) liet weten dat de EU niet op hen hoeft te rekenen. Zij zijn volgeboekt met langetermijncontracten met landen die niet geobsedeerd zijn door CO2-reductie.
Waterstof
Het nieuwe toverwoord in Brussel, Berlijn en Den Haag is waterstof. In mijn boek “De Waterstof Illusie”, laat ik zien dat dit een doodlopende weg is die al twee keer eerder in de EU is geprobeerd. Waterstof moet worden geproduceerd uit een andere energiebron, op dit moment meestal aardgas, maar dat kan ook uit duurzame energie. Het kan echt niet zonder aanzienlijke opbrengstverliezen.
Alle EU-aankondigingen ten spijt, blijft de EU nog lange tijd uiterst afhankelijk van Rusland voor gas, olie, kolen en uranium. Een alternatieve energie-infrastructuur is niet in een paar maanden opgezet. Berlijn zal de elektriciteitscentrales die ze hebben beloofd te sluiten, zowel de kerncentrales als de kolencentrales, moeten openhouden. In plaats van de Duitse Energiewende te volgen, zou de EU een voorbeeld moeten nemen aan de rest van de wereld. Daar is te zien dat de toekomst ligt in fossiele brandstoffen en kernenergie, overvloedig en goedkoop, waarbij concurrentie zal zorgen voor leveringsgarantie en een redelijke prijs.
Dit artikel is oorspronkelijk gepubliceerd in Atlantico en vertaald uit het Engels.