Fig.1   Bron: KNMI

Er is de afgelopen maanden veel kabaal geweest over het opvallend vaak voorkomen van tropische wervelstormen in 2024. Figuur 1 is afkomstig uit een recent artikel op de KNMI website. De rode omlijning van enkele passages is van mijn hand. Zonder te twijfelen stelt het KNMI nadrukkelijk dat klimaatverandering daarbij een rol speelde: “… de rol van klimaatverandering is goed zichtbaar geworden”.

Nu was de temperatuur van het zeewater in de Noordelijke Atlantische Oceaan warmer dan normaal, en dan mag je verwachten dat dat aanleiding geeft tot het ontstaan van meer tropische stormen en orkanen. Het KNMI stelt terecht: “Hoe warmer het water is, hoe meer energie er dus beschikbaar is voor een orkaan om (snel) sterker te worden.” Ook de bekende/beruchte Amerikaanse klimatoloog Michael Mann weet dat, en hij deed aan het begin van het stormseizoen in het voorjaar een voorspelling:

Fig.2   Bron: X

Helaas voor Mann bleken er geen 33 maar slechts 18 tropische stormen te zijn ontstaan boven de Noordelijke Atlantische Oceaan. Toegegeven, dat waren 4 tropische stormen méér dan het langjarige gemiddelde van 14 tropische stormen per jaar. Maar het blijkt dus ook voor professionele klimatologen erg lastig om op basis van onze huidige kennis van tropische stormen juiste voorspellingen te doen.

Wellicht dat het warmere water in de Noordelijke Atlantische Oceaan een rol heeft gespeeld, maar waarom ontstonden er dan veel minder tropische stormen dan voorzien? En waarom ontstonden er juist in de warme maanden augustus en september geen tropische stormen, zoals het KNMI stelt? De correlatie tussen SST (sea surface temperature) en het ontstaan van stormen blijkt dus een stuk complexer dan wordt aangenomen.

Als voorspellen zo ingewikkeld is, hoe serieus moet je dan de stelling van het KNMI nemen dat  “… de rol van klimaatverandering is goed zichtbaar geworden”? De afdeling van NOAA (National Oceanic and Atmospheric Administration) die zich bezig houdt met tropische stormen (GFDL) schrijft in een recent bericht:

Fig.3   Bron: NOAA GFDL

Gezien de reputatie van NOAA GFDL kan niet anders geconcludeerd worden dan dat het KNMI voor zijn beurt heeft gesproken en een te stellige (alarmistische) positie heeft ingenomen.

Tropische stormen, orkanen, ontstaan in de tropen aan de oostzijde van oceaanbekkens, als het wateroppervlak zo’n 28 °C is. Er ontstaat dan convectieve (opwaartse) stroom zeer vochtige lucht. Door afkoeling en condensatie van de waterdamp komt latente warmte vrij die voor een nog sterkere opwaartse stroom zorgt. Zo kan uiteindelijk een enorme turbulente wolkenmassa ontstaan die door de Corioliskracht ronddraait (tegen de wijzers van de klok in op het NH, andersom op het ZH). Hieronder zijn de brongebieden en banen weergegeven. De namen hurricane, typhoon en cyclone zijn regionale namen voor hetzelfde verschijnsel orkaan.

Fig.4   Bron: NOAA/NASA

De orkanen worden naar het W meegevoerd door de passaatwinden. Als een storm wat verder van de evenaar verwijderd raakt wordt die ‘opgepikt’ door westenwinden en buigt af. Als een storm boven land komt (in de VS landfall genoemd) verliest hij zijn energie snel omdat er veel minder waterdamp aanwezig is, en waterdamp is de motor van de storm. Die westenwinden brengen de restanten van een orkaan bij de VS dan naar Europa, waar hij vanwege het koudere water zoveel energie is verloren dat hij hier vaak als storm binnenkomt.

Fig.5   Bron: Climatlas

Bovenstaande tabel is afkomstig van de website van meteoroloog Dr. Ryan Maue, een bekende stormdeskundige uit Florida. De tabel toont in de tweede kolom (Current YTD) de totale cycloon-energie (ACE, Accumulated cyclone energy) per regio van 2024. Te zien is dat de ACE in het bekken North Atlantic in 2024 aanmerkelijk hoger was dan gemiddeld (Normal YTD). Dat was echter niet het geval in de overige bekkens Western N Pacific,  Eastern + Cent N Pacific, North Indian en het Zuidelijk Halfrond.

Fig.6   Bron: Climatlas

De tabel van figuur 6 laat zien dat de totale energie van tropische stormen in 2024 alleen in de Noordelijke Atlantische Oceaan hoger was dan gemiddeld (162%), terwijl in alle andere delen van de wereld de cycloon-energie in 2024 aanmerkelijk kleiner is geweest dan gemiddeld. De bekkens Western N Pacific en North Indian laten zelfs 0% zien, en voor de gehele aarde was de ACE in 2024 slechts 1/3 van wat het normaal is.

Het is ook dáárom niet vol te houden dat de opvallende activiteit in 2024 van wervelstormen in Noordelijk Atlantische Oceaan het gevolg zou zijn van klimaatverandering, zoals het KNMI beweert. Want waarom zou de invloed van  klimaatverandering (als gevolg van stijgend CO2) op tropische stormen beperkt blijven tot het noordelijk deel van de Atlantische Oceaan, terwijl CO2 een well mixed gas is en overal op aarde ongeveer dezelfde waarden heeft?

Fig.7   Bron: Climatlas

De grafiek van figuur 7 laat het wereldwijde voorkomen van tropische stormen en orkanen (vanaf 1971) zien  als 12-maands voortschrijdende  sommen. De bovenste tijdreeks is het aantal stormen dat ten minste tropische stormkracht bereikt, de middelste tijdreeks toont het aantal stormen met orkaankracht, de zwaarste daarvan worden in de onderste tijdreeks weergegeven. Er is geen sprake van een toename van het aantal tropische stormen en orkanen.

Tot slot: NOAA stelt in haar bericht over het stormseizoen 2024: There is no strong evidence of century-scale increasing trends in U.S. landfalling hurricanes or major hurricanes.  Similarly for Atlantic basin-wide hurricane frequency (after adjusting for changing observing capabilities over time), there is not strong evidence for an increase since the late 1800s in hurricanes, major hurricanes, or the proportion of hurricanes that reach major hurricane intensity.”

Bij gebrek aan ‘strong evidence’ lijkt het me daarom beter als het KNMI zijn bericht over het orkaanseizoen 2024 aanpast en de suggestieve verwijzingen naar klimaatverandering verwijdert. Misschien dat de journaals van NOS en RTL dan ook wat minder ‘hitsig’ worden in hun berichtgeving over tropische stormen?