
The White House Effect is de eenzijdige nieuwe klimaat-documentaire van Netflix. Hij zal er bij vele (jonge) Netflix-kijkers vast als zoete koek ingaan want, zie je wel, de (Amerikaanse) politiek deed en doet niets aan het klimaatprobleem, onder invloed van ‘de olie-industrie’. Was het maar waar.
Door Peter Baeten
Netflix is nogal aan de woke kant, dus de kans op een gebalanceerde klimaat-docu is niet heel groot. Toch beschrijft The White House Effect nog enigszins neutraal het klimaatdilemma van de regering Bush sr. (1989-1993), het centrale thema van de docu. We zien dat deze regering volkomen begrijpelijke aarzelingen had bij het klimaatalarmisme dat eind jaren 80 volop de kop opstak. Want het was toen al duidelijk dat het snel terugdringen van CO2 onvermijdelijk ten koste zou gaan van de economie. Dus was de vraag zeer gerechtvaardigd: hoe zeker en sterk is eigenlijk die relatie tussen opwarming, extreem weer en CO2?
Er was politieke druk op de VS want inmiddels gingen andere landen, bijvoorbeeld in Europa, al vol op het klimaatorgel. In dat kader zien we ook nog even Ed Nijpels voorbij komen in de docu. (35 Jaar later oefent deze man nog steeds grote invloed uit op het klimaatbeleid, dáár zou nou eens een goede docu over moeten komen).
Maar terug naar het Amerika van de oude Bush. De strijd tussen ‘klimaat’ en ‘economie’ spitste zich toe op stafchef John Sununu en EPA-directeur William Reilly. Sununu (economie) komt als ideologische winnaar uit de bus en de Amerikaanse regering neemt voorlopig een voorzichtig standpunt in en gaat (nog) niet mee in de klimaathysterie.
The White House Effect stelt dat dit grotendeels kwam doordat de media(!), kwaadwillende en corrupte sceptici en de olielobby het klimaatverhaal rond 1990 de kop in heeft gedrukt en dat het daarom nooit meer echt goed is gekomen met het Amerikaanse klimaatbeleid. De vraag is natuurlijk in hoeverre dit waar is, maar toegegeven, er was toen wel degelijk iets meer ruimte voor het sceptische geluid in de media, politiek en de wetenschap. Maar daarmee ondergraaft de docu onbedoeld zijn eigen stelling. Want doordat we zien hoe vrij sceptici zich nog konden bewegen rond 1990, ervaar je des te sterker het contrast met nu. Je realiseert hoezeer de positie van sceptici in de decennia daarna is gemarginaliseerd (tot Trump althans). Wie in de mainstream media (uitgezonderd FOX) of in de wetenschap tegenwoordig een tegendraads sceptisch klimaatverhaal verkondigt, wordt terstond verketterd. En een ‘fout’ oliebedrijf als Shell durft niet eens aan te haken bij het standpunt van Clintel: ja, er is enige opwarming, ja, het is waarschijnlijk dat CO2 daar aan bijdraagt maar nee, er is geen klimaatcrisis.
En er is nog veel meer aan te merken. Zo worden milieu en klimaat weer eens door elkaar gehaald. Er is bijvoorbeeld aandacht voor de milieuramp met de olietanker Exxon Valdez in 1989. Dit heeft uiteraard niets met het klimaat te maken maar is wel typisch voor het onderliggende sentiment in de docu dat de olie-industrie nu eenmaal in alle facetten verschrikkelijk is. Nergens voegen de makers ook maar enige neutrale beschouwing toe over het enorme economische nut van fossiele brandstoffen. Alleen daarom al, is deze docu niet serieus te nemen.


Verder worden we weer eens overladen met doemverhalen, die niet uitkomen. Zo wordt de orkaan Hugo uit 1989 door alarmisten in de docu aangevoerd als onmiskenbaar bewijs van de rampspoed die er aan zit te komen. Inmiddels weten we, 36 jaar later, dat orkanen helemaal niet in frequentie toenemen. Ook bosbranden worden genoemd en ook die zouden in de decennia erna juist afnemen.
Toch zal The White House Effect er bij vele (jonge) Netflix-kijkers vast als zoete koek ingaan want, zie je wel, de (Amerikaanse) politiek deed en doet niets aan het klimaatprobleem, onder invloed van ‘de olie-industrie’. Was het maar waar.
Bron afbeeldingen: Shutterstock