De initiatiefnemers van de Belgische klimaatzaak. Bron

Door Ferdinand Meeus

De Belgische Rechtbank van eerste aanleg van Brussel heeft op 17 Juni 2021 de vier Belgische regeringen (Federale, Vlaamse, Waalse, Brussel) veroordeeld voor nalatig klimaatbeleid. De zaak werd aangespannen door Klimaatzaak vzw en 58000 mede-eisers.

De rechters oordelen dat het Belgische klimaatbeleid  de wettelijke zorgplicht en de mensenrechten schendt. De staat doet te weinig om de voorzienbare ernstige gevolgen van klimaatschade te voorkomen. Het vonnis stelt ook vast dat de Belgische overheden met het huidige ondermaatse klimaatbeleid, artikels 2 en 8 van het Europese Verdrag van de Rechten van de Mens schenden. Die artikels gaan over het “recht op leven” en het “recht op eerbiediging van privé-familie- en gezinsleven”. Het is namelijk een mensenrecht om gevrijwaard te blijven van gevaarlijke klimaatopwarming en staten hebben de verplichting om dat mensenrecht te beschermen, aldus de rechter. Dit zijn dezelfde artikels die eerder gebruikt werden in de Nederlandse klimaatzaak, op initiatief van Urgenda.

De rechtbank ging niet in op de eis van Klimaatzaak om de overheden strengere reductiedoelstellingen voor broeikasgassen op te leggen. De rechters oordelen dat het opleggen van klimaatdoelstellingen behoort tot het politieke domein, vanwege scheiding der machten zoals vastgelegd in Belgische grondwet. Er werden ook geen boetes opgelegd. De Belgische rechter is daarmee terughoudender dan de Nederlandse rechters in de Urgenda-zaak en recent ook nog in de Shell-zaak. Daarom overweegt klimaatzaak in beroep te gaan.

De Belgische overheden reageerden opgelucht en beloofden om beter hun best te doen. Maar deze eerste rechtszaak is zeker een serieuze waarschuwing voor klimaatbeleid. De klacht van de eisers werd immers ontvankelijk verklaard en nu de rechtbank het “Mensenrechtenverdrag” als rechtsbasis heeft aanvaard voor klachten over mogelijk ernstige klimaatschade, is de doos van Pandora open.