Kees Pieters.
Een gastbijdrage van Kees Pieters (Nederwind)
“Fake news” door de staat en andere bevindingen uit een WOB-verzoek.
“Fake news”, geproduceerd en verspreid door drie ministeries samen met de windmolenbranche. Beleid, dat is gebaseerd op een wetsovertreding door de Raad van State. Het inzetten van een dubieuze juridische truc. Alles wordt uit de kast gehaald om de wettelijke bescherming van burgers tegen de overlast van industriële windturbines te omzeilen. De staat zoekt niet de grenzen van de rechtsstaat op, nee, ze gaat er overheen. Een verslag van de uitkomsten van een WOB-verzoek.
Aanleiding
In oktober 2020 vond in Assen een kort geding plaats, waarbij een beroep werd gedaan op uitspraken van het Europees Hof in Wallonië (de zaak d’ Oultremont in 2016) en in Vlaanderen (de zaak Nevele op 25 juni 2020). Het komt er kortweg op neer, dat het Europees Hof heeft gesteld, dat overlastregels voor windturbines moeten worden onderworpen aan een Milieu Effect Rapportage waardoor de normen zullen moeten worden aangescherpt en de burger beter is beschermd tegen overlast van windturbines. Ik noem dit verder de EU kwestie. Als hetzelfde in Nederland zou gelden zijn er weinig plaatsen over waar je nog een windturbine kunt neerzetten.
Tijdens de zitting liet de rechter heel duidelijk doorschemeren, dat hij er wel voor voelde om bindend advies te vragen aan het Europees Hof. “Dan hebben we tenminste duidelijkheid”, zei hij, in de wetenschap dat er meer dan 100 plannen voor windparken in de pijplijn zitten.
Twee weken later volgde de uitspraak. Van het enthousiasme van de rechter om het Europees Hof erbij te halen was weinig meer over. Hij maakte zich er met een Jantje van Leiden van af door alles en iedereen niet-ontvankelijk te verklaren.
De vraag, die dan opkomt, is: met wie heeft deze rechter in de tussenliggende twee weken gesproken? Was het zijn vrouw, die hem op andere gedachten heeft gebracht? Of was het ministerie van Economische Zaken en Klimaat de boosdoener? En als het de laatste instantie was, gebeurde het dan op de golfbaan of bij de koffie automaat (in dat geval staat er niets op papier), of via een e-mail?
Ik besloot tot een WOB-verzoek aan het ministerie van EZK in de hoop correspondentie te vinden tussen EZK en de rechtbank. Om zeker te zijn, dat ik geen relevante passages zou missen, gaf ik verschillende zoektermen op vanuit verschillende dimensies.
Het proces van de WOB-aanvraag
Het was geen gemakkelijk WOB-verzoek, werd mij verzekerd. Het zou wel even gaan duren. Later werd mij verteld, dat allerlei personen en/of instanties zienswijzen moesten opgeven aangaande dit WOB-verzoek. Ik vermoed dat het hier gaat om commerciële windmolen partijen, of misschien wel de rechtbank. Dat leverde in ieder geval maanden vertraging op. En vervolgens moest het WOB-verzoek worden goedgekeurd door een hele trits bobo’s op het ministerie van EZK. Dat proces duurde ook nog eens anderhalve maand. Kennelijk zijn ze uiterst benauwd dat hun reilen en zeilen de buitenwereld bereikt.
Het resultaat
Eindelijk na zes maanden was daar de uitkomst van het WOB-verzoek. Volgens de nog steeds geldende traditie en oude bestuurscultuur is de helft van de informatie weggelakt. Daar, waar het persoonsinformatie betreft, is dat te billijken. Het wordt een ander verhaal wanneer een beroep wordt gedaan op zaken, die de positie in rechtszaken van andere partijen zouden kunnen schaden. Het gaat hier met name om de positie van windmoleninvesteerders, die in deze rechtszaken een zelfde positie innemen als het ministerie. Dat de belangen van een substantieel deel van de Nederlandse bevolking (de omwonenden van windturbines) worden geschaad door de acties van het ministerie speelt kennelijk geen rol.
Door het weglakken blijft de “smoking gun” in het kort geding in Assen uit beeld. De informatie, die wel zichtbaar is, levert in ieder geval een ontluisterend beeld op van een overheid, voor wie de belangen van de burger geen enkele rol spelen.
De volgende vier bevindingen springen er uit:
Ministeries geven een surrealistische interpretatie van de wet en gaan over de grenzen van de wet heen
Om het beleid van het ministerie, nl. het plaatsen van heel veel windturbines, te realiseren zit het Europees recht, dat de burger beschermt, in de weg. Daarom volgt het ministerie o.a. de volgende lijn al vanaf 2018 om het Europees recht buiten de deur te houden:
- Artikel 267 VWEU (Verdrag op de Werking van de Europese Unie) VERPLICHT de Raad van State om bindend advies te vragen aan het Europees Hof inzake de EU kwestie. In geprepareerde Q&A documenten stellen de ministeries, dat er GEEN VERPLICHTING is volgens dit wetsartikel om bindend advies te vragen aan het Europees Hof. Precies het tegenovergestelde dus van wat in de wet staat. Een gevalletje “ceci n’est pas une pipe” van Magritte, een surrealistische interpretatie van de wet. “Het staat er wel, maar het staat er niet”. Op deze manier hoopt de regering het Europees recht buiten de deur te houden. Op 3 april 2019 zijn ze op die manier al een keer door de Raad van State geholpen, toen deze laatste de wet overtrad in de “Battenoord”-zaak.
- In dezelfde Q&A informatie wordt gesteld, dat het Europees Hof buiten de deur kan worden gehouden door de “Acte Clair” in te roepen, een clausule voor als het om flut-zaken gaat, waarmee je het Hof niet moet lastig vallen. In de EU kwestie, waar de uitspraken van het Europees Hof haaks staan op de interpretatie daarvan door de Raad van State, is de suggestie van de “Acte Clair” niet slechts oneigenlijk gebruik van deze clausule, maar misbruik.
Overheid verspreidt desinformatie (fake news)
De ministeries van Economische Zaken en Klimaat, Infrastructuur en Waterstaat en Binnenlandse Zaken stellen inzake de EU kwestie een gezamenlijke “woordvoeringslijn” op. Deze wordt gecheckt en gedubbelchecked door juridische afdelingen binnen deze ministeries. Deze woordvoeringslijn wordt gedeeld met provincies en gemeenten, opdat alle overheden dezelfde informatie uitzenden.
De kern van de woordvoeringslijn is dat de uitspraak van het Europees Hof op 25 juni 2020 in Vlaanderen slechts betrekking heeft op Vlaanderen en niets heeft te maken met de Nederlandse situatie. Niets is minder waar. Het Hof heeft in de uitspraak in Vlaanderen in niet mis te verstane bewoordingen gesteld, dat rechters in andere landen geen andere interpretaties mogen geven en dezelfde lijn moeten volgen. De woordvoeringslijn van de gezamenlijke ministeries, die door alle overheden wordt uitgedragen, is dus desinformatie, tegenwoordig ook wel “fake news” genoemd.
Naast deze kern baseert de woordvoeringslijn zich op de wetsovertreding door de Raad van State op 3 april 2019 in de “Battenoord”-zaak.
Een bestuurscultuur, waarin de burger geen rol speelt
Het valt op, dat ambtenaren en andere betrokkenen in de e-mailwisselingen met slechts één ding bezig zijn: Hoe kan het huidige beleid doorgang vinden, hoe kunnen we zorgen, dat we geen last krijgen van het Europees recht, dat de burger beschermt. Er is niet één ambtenaar, die oppert, dat het Europees recht er niet voor niets is, dat het misschien toch wel belangrijk is om de burger de bescherming te bieden tegen overlast van windturbines, waar hij of zij recht op heeft. NIEMAND is bezig met de belangen van de burger.
In de politiek wordt op dit moment uitgebreid gesproken over een bestuurscultuur, waarbij de burger centraal zou moeten staan. De discussie lijkt zich te versmallen tot de relatie van de regering tot de Tweede Kamer. De uitkomst van dit WOB-verzoek laat zien, dat het probleem veel dieper zit. Hele ministeries zijn alleen maar bezig om de minister uit de wind te houden, om beleid door te drammen tegen alle wetten in. De burger speelt in het handelen van deze ambtenaren GEEN ENKELE ROL.
Een innige samenwerking tussen overheid en windturbine sector
Er vindt een intensieve communicatie plaats tussen ministeries en andere overheden met de windturbine sector. Met de NWEA (Nederlandse Wind Energie Associatie), waarvan ongeveer alle bedrijven lid zijn, die geld verdienen aan windenergie, vindt o.a. overleg plaats over de woordvoeringslijn (met “fake news”) en het naar de pers brengen daarvan. Ook wordt duidelijk, dat het ministerie van EZK in veel gevallen steun geeft aan windmoleninvesteerders in rechtszaken, waarbij de landsadvocaat hun advocaten helpt. Ook windmolenuitbater en -adviseur Pondera discussieert mee.
Het ministerie van EZK treedt hier dus duidelijk op als belangenbehartiger van de windmolenbranche. Dat is misschien te verwachten, omdat het NP-RES (Nationaal Programma Regionale Energie Strategieën) onderdeel is van het ministerie van EZK en de plannen uitvoert, die door de NWEA en haar leden zijn bedacht aan de Klimaattafel Elektriciteit. Maar in een bestuurscultuur die enerzijds transparant is en anderzijds de burger centraal stelt, is een dergelijke vermenging van belangen uit den boze.
Conclusie
- Ministeries proberen al wet-overtredend de Europese rechtsbescherming tegen windmolenoverlast buiten de deur te houden.
- Ministeries deinzen er niet voor terug om “fake news” de wereld in te helpen.
- De cultuur in ministeries en andere overheden stelt de minister centraal en niet de burger.
- Er is een innige band tussen het ministerie van Economische Zaken en Klimaat en de windmolenbranche.
Als dit al duidelijk wordt aan de hand van de passages uit het WOB-verzoek, die we mogen zien, dan kun je je een voorstelling maken van de betekenis van de passages, die we niet mogen zien.
Kortom, er is nog heel veel werk te verrichten voordat een nieuwe bestuurscultuur, waarin de burger centraal staat, is gerealiseerd.
Voor de tijdlijn van het WOB-verzoek zie hier.