Barry Madlener werd onlangs in de Volkskrant weggezet als de minister van klimaatontkenning. Maar minister Hermans deed ook enkele opzienbarende uitspraken in Kamerdebatten. In dit artikel zetten we hun uitlatingen naast elkaar. Wie maakt de meeste aanspraak op de titel minister van klimaatontkenning?
Foto Sophie Hermans, Shutterstock; Barry Madlener, beeld Martijn Beekman
Lidewij de Vos is een jong Kamerlid, die tijdelijk de positie van Thierry Baudet in de Kamer heeft overgenomen (Baudet is met vaderschapsverlof na de geboorte van zijn tweede kind). De Vos studeerde viool aan het conservatorium maar deed daarnaast ook biochemie en neurowetenschappen. Een bèta dus. Gisteren werd ze beëdigd en dezelfde dag nog volgde haar maiden speech en een debat met Sophie Hermans, de minister van Klimaat en Groene Groei. Zowel haar spreektekst als het daarop volgende debat met Sophie Hermans zijn de moeite van het bekijken waard. In haar betoog gaat ze ook in op de klimaatverandering zelf. Ze wijst op de Warme Middeleeuwen waarin de vikingen naar Groenland trekken en de daarop volgende Kleine IJstijd. Dat de opwarming sinds 1850 niet uitzonderlijk is. De Vos vraagt aan Hermans om eens te onderbouwen waarom die energietransitie wat haar betreft nou zo noodzakelijk is. Bekijk het fragment hieronder.
De minister legt een direct verband tussen de overstromingen in Valencia en de bosbranden in Los Angelos en klimaatverandering. Hermans: “Die [rampen] worden verergerd, zou je kunnen zeggen. […] Die rampen doen zich in veel heftigere vormen voor als gevolg van klimaatverandering. Dat is en valt niet te ontkennen, vind ik en wil ik ook niet doen.” De Vos pareerde door te stellen dat de minister anekdotische voorbeelden gaf. De Vos: “Als we kijken naar de langere periode, afgelopen honderd jaar bijvoorbeeld, dan zien we dat overstromingen en bosbranden helemaal niet zijn toegenomen.” Daarna ontspint zich een kat en muis spelletje tussen de twee waarbij de minister vooral geen antwoord geeft op de vragen van De Vos. De voorzitter van deze vergadering was Joris Thijssen van PvdA-GL, die voordat hij de Kamer in ging uitvoerend directeur was bij Greenpeace Nederland. Hij benadrukte dat de minister over haar eigen antwoorden gaat, met andere woorden, als ze geen antwoord wil geven dan is dat aan haar. Het was al met al een leuke vuurdoop voor De Vos, vermoed ik.
Het debatje tussen De Vos en Hermans doet terugdenken aan het debat dat FvD-Kamerlid Pepijn van Houwelingen eind vorig jaar had met Sophie Hermans in het kader van de begroting van haar ministerie Klimaat en Groene Groei. In dat debat gebeurde iets heel interessants. Kijk even mee.
Van Houwelingen wijst er – net als De Vos gisteren – op dat rampen van alle tijden zijn en vraagt naar het bewijs dat het klimaat nu in een noodtoestand zou verkeren. De minister reageert als volgt: “Het wetenschappelijk bewijs dat ons klimaat aan het veranderen is, met alle gevolgen van dien, is klip en klaar. En de heer van Houwelingen heeft gisteren geciteerd uit een rapport, vrij eenzijdig geciteerd, want er zijn ook heel veel rapporten te citeren waar heel veel hele andere informatie in staat. Twee weken geleden kwam er nog de terechte waarschuwing van maar liefst 15.000 wetenschappers die benadrukten dat ons welzijn, onze gezondheid en onze veiligheid, zo laat Spanje dus heel pijnlijk zien, nu en in de toekomst onder druk staan. En voorzitter, ik twijfel niet, nooit en op geen moment aan de wetenschap en de betrouwbaarheid van de klimaatwetenschap. Dus ik ga daar ook geen discussie over voeren, ik ga dat niet in twijfel laten trekken, dit is wat er aan de hand is, om die reden en om de reden dat we energie-onafhankelijk willen worden van landen waar we niet afhankelijk van willen zijn, staat dit kabinet voor ambitieus en realistisch klimaatbeleid.”
Van Houwelingen reageerde met de opmerking “nou breekt toch echt mijn klomp. Ik verwees naar het rapport van het IPCC. Dat doet de minister nu af met ah dat is zomaar een rapportje. […] Dat is het hoofdrapport waar iedereen altijd naar verwijst.”
Wat hier gebeurde is spectaculair en had eigenlijk door alle media opgepikt moeten worden. Want Van Houwelingen heeft hier een punt. Hermans wordt geconfronteerd door Van Houwelingen met twee citaten uit het laatste IPCC-rapport, eentje over orkanen en eentje over overstromingen. De citaten zijn ook opgenomen in hoofdstuk 11 van het Clintel-boek The Frozen Climate Views of the IPCC en ik zal ze hier in het Engels weergeven:
Ten aanzien van trends in orkanen schrijft het IPCC: “There is low confidence in most reported long-term (multi-decadal to centennial) trends in TC frequency- or intensity-based metrics due to changes in the technology used to collect the best-track data.” [Page 1585] Ten aanzien van overstromingen schrijft het IPCC: “There is low confidence about peak flow trends over past decades on the global scale” [Page 1568] en “In summary there is low confidence in the human influence on the changes in high river flows on the global scale. [Page 1569]
Hoewel het taalgebruik in IPCC-rapporten altijd wollig is staat hier in gewone mensentaal: we zien geen trends, we zien geen duidelijke veranderingen. In ons boek noemen wij dit het goede nieuws over extreem weer dat dus wel degelijk in het IPCC-rapport staat maar vervolgens van het IPCC zelf niet de aandacht krijgt die het verdient. En dat wreekt zich want de minister lijkt zich totaal niet bewust te zijn van deze belangrijke conclusies in het IPCC-rapport. Als ze ermee geconfronteerd wordt door Van Houwelingen (dat gebeurde dus al een dag eerder in zijn spreektekst) dan reageert ze op bizarre wijze. Ze gooit pardoes het hele IPCC-rapport uit het raam met de woorden “[…] Van Houwelingen heeft gisteren geciteerd uit een rapport, vrij eenzijdig geciteerd, want er zijn ook heel veel rapporten te citeren waar heel veel hele andere informatie in staat.” Welke rapporten dat zijn en welke andere informatie daar in staat vermeldt Hermans – uiteraard zou ik bijna zeggen – niet. Want ze bestaan helemaal niet.
Van Houwelingen heeft helemaal niet “eenzijdig geciteerd”. Hij heeft zeer specifiek geciteerd wat het hoofdrapport van het IPCC concludeert over trends in overstromingen en orkanen, twee typen extreem weer die samen verantwoordelijk zijn voor meer dan 90% van de wereldwijde schade door extreem weer. Hermans verwijst vervolgens naar 15.000 wetenschappers. Daarmee doelt ze op dit artikel in Bioscience, van onder ander Michael Mann, Johan Röckstrom, Tim Lenton, Naomi Oreskes, een soort wetenschappelijk pamflet, dat ondertekend is door inderdaad 15.000 wetenschappers, vooral ecologen.
Alle landen in de wereld hebben in 1988 het IPCC opgericht om hen geregeld bij te praten over het klimaat. Het Rathenau Instituut toonde eens aan dat het klimaatdebat in de Kamer vrijwel verdween nadat het IPCC op het toneel verscheen. Want de wetenschap heeft gesproken, geen discussie meer. En dan, anno 2024, als een Kamerlid van een klimaatkritische partij citeert uit zo’n IPCC-rapport doet de minister van nota bene Klimaat en Groene Groei het af als ook maar een rapportje en er zijn heel veel andere rapporten met andere informatie. Het KNMI, PBL, hoogleraren en andere wetenschappers aan de universiteiten hadden massaal moeten protesteren tegen deze uitlatingen van de minister. Maar het bleef oorverdovend stil.
Stel je voor dat een PVV-minister bevindingen uit een IPCC-rapport naast zich neer zou leggen, wat zou de reactie van de wetenschap en de media zijn? De vraag stellen is hem beantwoorden. Zo’n minister zou onmiddellijk het label “minister van klimaatontkenning” opgeplakt krijgen. Oh wacht even, onlangs kreeg een PVV-minister, Barry Madlener, de minister van Infrastructuur en Waterstaat, deze titel al toebedeeld. Aanleiding waren opmerkingen die Madlener maakte tijdens een Kamerdebat. Kamerlid Suzanne Kröger stelde er Kamervragen over die onlangs door minister Hermans beantwoord werden. Hermans verdedigde daarin overigens haar collega van de PVV. Madlener was toen in de Volkskrant al de “Minister van klimaatontkenning” genoemd. De opmerkingen van Madlener werden gemaakt in de context van de overstromingen in Valencia. Dit was de passage die de aanleiding was voor de Kamervragen:
«Kijk, de wetenschap is interessant en belangrijk, maar de wetenschap over het weer of het klimaat is ook nog niet helemaal uitgekristalliseerd. Vandaar dat we allerlei scenario’s hebben, die enorm uit elkaar lopen want ook de wetenschap weet dit niet precies.»
«Het weer is wat er op een bepaald aantal dagen gebeurt. Dat is niet het klimaat. Dat is een weerfenomeen. Vandaar dat ik zeg dat je het weerfenomeen dat gezorgd heeft voor de overstromingen, die we ook in Nederland kunnen krijgen, niet per se ‘klimaatverandering’ kunt noemen. Daarbij ken ik de situatie in Valencia niet. Ik weet niet of daar in de bouw of in de ruimtelijke ordening iets gebeurd is wat niet had moeten gebeuren. Je ziet wel dat er op heel veel plekken in de wereld gebouwd wordt op een manier waarop risico’s op overstroming bewust worden genomen. Dat heeft ook niet per se met klimaatverandering te maken, want dat zijn risico’s die altijd kunnen voorkomen.»
In de Kamervragen wordt vervolgens door Kröger en collega’s vijf keer het woord ‘desinformatie’ gebruikt, daarmee op zijn minst insinuerend dat Madlener dus desinformatie verspreid had. Maar wat zegt Madlener nu eigenlijk in de twee citaten? De wetenschap over klimaat is nog niet helemaal uitgekristalliseerd. Ok, je kunt hem wellicht verwijten dat het een dooddoener is, maar desinformatie kun je dit niet noemen.
In het tweede citaat maakt hij onderscheid tussen weer en klimaat. Uiteraard impliceert hij hier dat je de ramp in Valencia niet zomaar aan klimaatverandering kunt koppelen. Iets wat juist Hermans wel aan de lopende band doet. Madlener wordt daarbij gesteund door het bovenstaande citaat uit het IPCC-rapport over een gebrek aan trends in overstromingen. Verder wijst hij er terecht op dat je moet kijken naar de lokale omstandigheden, zoals bebouwing in de nabijheid van de rivier. Je kunt met geen mogelijkheid concluderen dat Madlener hier misinformatie laat staan desinformatie verspreidt.
Als we recente uitlatingen van Hermans en Madlener naast elkaar leggen, moeten we constateren dat Hermans weigert serieus in te gaan op citaten uit het IPCC-rapport en dat rapport zelfs afdoet als ook maar een rapportje. Ze legt ondertussen continu de link tussen extreme weersgebeurtenissen en klimaatverandering terwijl het IPCC zelf die link nog niet gelegd heeft en vaak zelfs ook nog niet voorziet in de toekomst. Zie daarvoor bijvoorbeeld tabel 12.12 in H12 van het IPCC-rapport waarin ‘fire weather’ tot aan 2100 niet verwacht wordt een ‘climatic impact driver’ te worden, zelfs niet onder het extreme scenario RCP8.5.
Alles afwegende is de keuze duidelijk. Als we een van deze twee bewindslieden de titel minister van klimaatontkenning zouden moeten geven, dan is het Sophie Hermans.