

Morgen, 1 december 2025, brengt het Nationaal Burgerberaad Klimaat (NBK) haar advies uit. Er zal ongetwijfeld veel aandacht van de pers zijn. Voor mij is het een goed moment om nog even stil te staan bij mijn eigen ervaringen met dit beraad, meer specifiek met de organisatie van dit beraad. Die waren zeer slecht. Op 8 maart was ik te gast bij het Burgerberaad, op verzoek van de burgers zelf, die ook andere perspectieven wilden horen. Ik ging in het bijzijn van de burgers in gesprek met Maarten van Aalst, de directeur van het KNMI. Die sessies verliepen vlekkeloos en de burgers waren oprecht geïnteresseerd in mijn perspectief.
Niets van de sessies mocht naar buiten gebracht worden, behalve een kort interviewtje dat meteen na afloop buiten in het zonnetje opgenomen werd. Mijn taak als vrijwillige expert zat erop. Dacht ik. Een paar weken later werd ik opnieuw benaderd door de organisatie. Ze hadden besloten de 50 interviews met de experts te gaan factchecken. U raadt het, slechts mijn uitspraken waren onjuist en gingen volgens de factcheckers “tegen de wetenschappelijke consensus in”. Het ging vooral om de volgende uitspraak van mij: “Orkanen en overstromingen zien we nog niet toenemen. Dat is positief nieuws. We zien geen toename in dit soort belangrijke extremen.”
Ik heb bovenaan dit artikel twee grafieken geplaatst afkomstig van de website van meteoroloog Ryan Maue. De bovenste grafiek toont het aantal orkanen dat wereldwijd waargenomen is. De onderste grafiek is een maat voor de kracht van orkanen. Het is voor een ieder evident dat mijn uitspraak in lijn is met de metingen. Ook het IPCC-rapport is, met het gebruikelijke wollige taalgebruik, klip en klaar: “There is low confidence in most reported long-term (multi-decadal to centennial) trends in TC frequency- or intensity-based metrics […].” [IPCC, AR6 WG1 report, page 1585] TC staat hier voor Tropical Cyclones wat een ander woord is voor orkanen.
Wat volgde was een kafkaësk proces waarin ik als genodigde expert niets te zeggen had en overgeleverd was aan de grillen van de organisatie. Ik stuurde e-mails met verweer en schreef twee artikelen met uitgebreide verdediging van mijn uitspraken:
Klimaateconoom hoogleraar Richard Tol, nota bene veelvuldig betrokken geweest bij het IPCC, nam het voor mij op. Hij schreef een artikel op zijn blog (Burgerberaad of Boerenbedrog) waarin hij letterlijk stelde dat ik gelijk had: “Hij [Marcel] heeft gelijk en het Burgerberaad ongelijk.” Ook hij mailde met de organisatie, zonder resultaat. Zelfs onze wederhoor werd niet opgenomen in de factcheck. Hij was zo boos dat hij de organisatie verzocht zijn opgenomen interviewtje van de website te halen. Hij diende een klacht in bij het Overlegorgaan Fysieke Leefomgeving (OFL), waaronder het NBK hangt. Tevergeefs. Zijn klacht werd afgewezen omdat de procedures goed doorlopen zouden zijn.
Ik had inmiddels zoveel research gedaan over deze kwestie (onbetaald, ik was immers vrijwilliger die eenmalig langs kwam bij het NBK) dat ik besloot om toch ook een klacht bij het OFL in te dienen. Mijn inschatting was dat procedurele bezwaren tegen de factcheck (toch, ondanks de afwijzing die Tol kreeg op dit punt) de meeste kans van slagen zouden hebben. Ik diende een klacht in van zo’n veertig (!) pagina’s, met fundamentele, procedurele en inhoudelijke bezwaren. Mijn fundamentele punt was dat de factcheck binnen dit beraad nooit had mogen plaatsvinden. Daarnaast voerde ik een hele waslijst aan procedurele bezwaren op en ik herhaalde tenslotte de inhoudelijke kritiek die ik ook al in mijn artikelen en e-mails had beschreven. Ik raad de lezer aan zeker de eerste 15 pagina’s over mijn fundamentele en procedurele bezwaren te lezen. Het was een enorme klus.
De klacht werd over de zomer heen getild en vervolgens behandeld door Christophe van der Maat, een VVD-politicus, die onder Rutte IV staatssecretaris van Defensie was. Mijn inschatting was juist. In het gesprek dat we hadden zei Van der Maat dat hij zijn vingers niet ging branden aan de wetenschap. Dat liet ik wel expliciet in het gespreksverslag zetten want het betekende in feite dat mijn klacht op inhoudelijke gronden überhaupt niet behandeld werd. Naar zou blijken zou dit weer gevolgen hebben voor de uitkomst. Het gesprek met Van der Maat verliep verder prettig en hij liet duidelijk merken dat hij onder de indruk was van de uitgebreide wijze waarop ik de klacht had opgesteld. Dit liet hij ook terugkomen in zijn schriftelijke beslissing. Mijn klacht werd in zo zacht mogelijke bewoordingen voor het NBK gegrond verklaard met als gevolg dat ik een brief ontving van de organisatie van het NBK waarin in ieder geval twee zaken werden erkend. Ik citeer uit de brief:
Concreet signaleren we twee belangrijke verbeterpunten:
– Communicatie voorafgaand aan de factcheck
De betrokken deskundigen, waaronder uzelf, hadden vooraf geïnformeerd moeten worden over
de mogelijke inzet van een factcheck, de bijbehorende criteria en de te volgen procedure.
– Aanscherping van de factcheck zelf
Er had in de factcheck gewerkt moeten worden met duidelijkere labels. Daarnaast is de door u
en andere deskundigen gegeven reactie in het kader van hoor en wederhoor niet toegevoegd
aan de gepubliceerde factcheck op de website. Voor de volledigheid was het beter geweest om
dit wel te doen.
Gedwongen door mijn klacht en de beslissing van Van der Maat erkende het NBK eindelijk, na maanden, dat wederhoor van mij toegevoegd had moeten worden aan de gepubliceerde factcheck. Dat is inmiddels gebeurd. Maar omdat mijn klacht inhoudelijk niet beoordeeld is door Van der Maat schreef de organisatie ook het volgende in haar brief:
Het is belangrijk om te benadrukken dat de hierboven genoemde procedurele tekortkomingen geen effect hebben gehad op de inhoudelijke conclusies van de factcheck, die zijn getrokken door de geraadpleegde wetenschappers.
Hoewel de factcheck nu laat zien dat het Burgerberaad twee wetenschappers opvoert die A zeggen terwijl mijn wederhoor laat zien dat Richard Tol en ikzelf B zeggen concludeert de factcheck nog steeds dat opmerking B vanuit wetenschappelijk perspectief onjuist zou zijn en dat mijn uitspraken tegen de consensus in zouden gaan. Van der Maat stuurde ook aan op een verzoenend en afsluitend gesprek tussen mij en de organisatie. In dat gesprek, in Den Haag, bij het NBK, met voorzitter Nienke Meijer en een collega, heb ik gepoogd uit te leggen dat als er zoveel onenigheid is over een kwestie het eindoordeel zou moeten zijn: het is onduidelijk. Maar de dames waren onverbiddelijk. Er werd geen letter aan het eindoordeel veranderd.
Richard Tol heeft inmiddels een klacht ingediend bij de Nationale Ombudsman, die aanvankelijk niet ontvankelijk werd verklaard, maar in tweede instantie alsnog in behandeling is genomen. Ik zou hetzelfde kunnen doen, met als voornaamste bezwaar dat mijn inhoudelijke bezwaren bij het OFL überhaupt niet in behandeling zijn genomen. Er valt nog wel meer te zeggen over het NBK, mede naar aanleiding van WOO-verzoeken die gedaan zijn door de Groene Rekenkamer. Die laten ook een onthutsend beeld zien van het niveau van sommige betrokken deskundigen. Maar daarover een andere keer meer.