
Dit artikel bouwt voort op een eerder artikel over het burgerberaad. De uitgelekte contouren van het advies zijn even voorspelbaar als onheilspellend. Stevent Nederland af op een totalitaire klimaatdictatuur?
Ongunstige voortekenen
De voortekenen voor de onpartijdigheid van dit beraad waren niet gunstig: de vraagstelling is misleidend, de voorbereidende notitie van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) is politiek getint, de wetenschappelijke werkgroep bestaat uit alarmistische deskundigen, en er is slechts selectieve transparantie om ‘de veiligheid van de deelnemers’ te waarborgen.
Dit soort beraad wordt verkocht als ‘democratische vernieuwing’. Maar de vraag die het Burgerberaad Klimaat dient te beantwoorden is misleidend en beperkend: ‘Hoe kunnen we als Nederland eten, spullen gebruiken en reizen op een manier die beter is voor het klimaat?’
In januari, bij aanvang van het burgerberaad, is een Woo-verzoek ingediend om het gebrek aan transparantie van de ambtenaren te compenseren en enig inzicht te krijgen in zaken zoals de werkwijze van het beraad. Die werkwijze zou krachtens het instellingsbesluit van Jetten door de voorzitster geregeld moeten zijn; dit is zo ongeveer de enige procedurele waarborg waarmee dit beraad omgeven is, maar zelfs dat is teveel gevraagd.
De ambtenaren hebben de volledige trukendoos opengetrokken om een antwoord op het Woo-verzoek uit te stellen. Ze zeggen nog steeds bezig te zijn met ‘inventarisatie’ en het contacteren van allerlei belanghebbenden om hen toestemming te vragen voor openbaring. Terwijl de wet antwoord binnen 15 dagen eist, komt er misschien een antwoord in juli.
Ad-hoc manipulaties
Niet alleen het ontwerp en de voorbereiding van dit beraad zijn dubieus. De wijze waarop de ambtenaren het burgerberaad vervolgens hebben ‘begeleid’ heeft de bias versterkt. De deelnemers zouden zelf deskundigen mogen horen, maar de ambtenaren hebben niet alleen voorgestelde deskundigen afgewezen en ontmoedigd, maar ook door organisatorische maatregelen kritische deskundigen geneutraliseerd en door ‘fact checks’ hun geloofwaardigheid in twijfel getrokken.
Een voorgestelde discussie over de legitimatie van het beraad en van het uit te brengen advies is door de ambtenaren naar de prullenbak verwezen als ‘niet relevant’. Er is zelfs een kinderklimaatraad toegevoegd om de psychologische druk op de deelnemers verder te verhogen (‘denk aan hun toekomst’).
‘Factcheck’
Omdat de ambtenaren er niet omheen konden om toch een tweetal kritische deskundigen uit te nodigen, plaatsten zij met tegenzin enkele namen van dissidenten op de lijst van goedgekeurde deskundigen waaruit de deelnemers mochten kiezen. Van die lijst zijn uiteindelijk de internationaal toonaangevende klimaateconoom Richard Tol en de bekende wetenschapsjournalist Marcel Crok uitverkoren om langs te mogen komen.
Crok mocht geen presentatie geven en werd in een veel te klein zaaltje, waar nauwelijks 20 man in konden, tegenover de KNMI-directeur gezet, die tijdens de eerste bijeenkomst van het beraad al een alarmistische presentatie had gegeven, daarbij gebruik makend van een gefotoshopte prent van een zielige ijsbeer. Omdat Crok enkele feiten had geponeerd die de ambtenaren niet aanstonden, besloten ze vervolgens om hem te ‘factchecken’. Ze vonden, geheel volgens verwachting, een Amerikaanse klimaatwetenschapper bereid om zijn naam te lenen om Crok tegen te spreken. De finale ‘factcheck’ staat prominent online op de site van het beraad.
De andere kritische deskundige, professor Richard Tol, die de stellingen van Crok onderschreef, kwam ook met de ambtenaren in conflict. Het liep zelfs zo erg uit de hand dat de gematigde Tol het woord ‘boerenbedrog’ in de mond nam en eiste dat de video met hem van de website zou worden verwijderd.
De kritiek van Crok en Tol betrof een onomstreden punt, namelijk dat de baten van het huidige klimaatbeleid niet opwegen tegen de kosten ervan. Tol, die van de kosten-baten analyse van klimaatbeleid zijn levenswerk heeft gemaakt, diende een klacht in tegen het burgerberaad, maar die klacht werd afgewezen zonder naar de inhoud te kijken. Nu staat nog slechts de weg naar de Ombudsman open, of een juridische procedure tegen de overheid.
Lees verder bij Wynia’s Week